vogelbekdier 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een vogelbekdier…
is een zoogdier; is een dier
- [Afmeting] wordt ongeveer 50 cm lang
- [Geluid] gromt; maakt een grommend geluid
- [Kleur] heeft een vacht die sepiabruin tot zwart van kleur is; de buik is grijzig zilver tot goudkleurig bruin met gele en/of roze vlekken. De vacht van het vrouwtje is roodachtiger van kleur dan die van het mannetje. Buik- en rugzijde worden gescheiden door een roestkleurige streep, die vooral zichtbaar is bij jonge dieren
- [Bouw] is gewerveld; heeft vier poten
- [Deel] heeft een brede snavel als van een eend; heeft een zacht en donker behaard lichaam als een mol; heeft een afgeplatte staart als een bever; heeft poten met zwemvliezen
- [Voortplanting] legt eieren, maar zoogt de jongen wel
- [Plaats] leeft vooral in het water; leeft in een broedhol aan de waterkant
- [Woongebied] komt voor in Australië
- [Leeftijd] wordt tot 17 jaar oud
- [Ongewone of afwijkende eigenschap of hoedanigheid] legt eieren, terwijl het een zoogdier is; heeft als enige zoogdier een snavel
- [Gedrag] is een vleeseter; houdt een zomerslaap
- [Betrekking of relatie] behoort samen met de mierenegel tot de eierleggende zoogdieren (Monotremata)
Wetenschappelijke naam: Ornithorhynchus anatinus
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Mammalia; Zoogdieren |
Orde | Monotremata; Cloacadieren |
Familie | Ornithorhynchidae; Echte vogelbekdieren |
Geslacht | Ornithorhynchus |
Soort | Ornithorhynchus anatinus |
Algemene voorbeelden
Een vogelbekdier heeft namelijk geen tepels: de melk komt dus gewoon uit de poriën.
Het boek is in Australië geschreven en gaat over de dieren die er leven, zoals het vogelbekdier en de emoe, de kleine en de grote kangoeroe, en de enorme bruine buidelmuis die er in ondergrondse holen huist.
Bioloog en krokodillenkweker Graham Webb heeft een andere oplossing om het aantal kangoeroe's, koala's, vogelbekdieren en dergelijke op peil te houden: eet ze op, vil ze en verkoop ze.
Combinatiemogelijkheden
met ander, nevengeschikt substantief
- het vogelbekdier en de mierenegel
Eieren van reptielen, vogels en ook van zoogdieren hebben een gezamenlijke oorsprong. De eerste zoogdieren legden ook eieren met kalkachtige of leerachtige schaal. De voorbeelden van nu zijn het vogelbekdier en de mierenegel die leerachtig geschaalde eieren leggen.
- de vogelbekdieren en mierenegels
Alle zoogdieren hebben enkele kenmerken gemeenschappelijk. Zij zijn warmbloedig, gewoonlijk behaard en hebben een grote herseninhoud. De jongen van zoogdieren komen levend ter wereld (behalve bij de vogelbekdieren en mierenegels) en worden door de moeder gezoogd.