vroed


vroed 1.0

(ironisch; archaïsch. Alleen nog gebruikt in verwijzingen naar historische contexten en in de verbinding vroede vaderen.)

verstandig; wijs

Algemene voorbeelden


Ik snapte bijvoorbeeld helemaal niet waarom de vijf dwaze maagden geen olie kregen van hun vroede vriendinnen [...]. Dat eerste kan voor een kind dat dit verhaal leert kennen uit de volledig herziene en aangevulde versie van D.A. Cramer-Schaaps Bijbelse verhalen voor jonge kinderen geen probleem zijn. Cramer-Schaap laat de wijze meisjes duidelijk uitleggen dat er in hun lampjes niet genoeg olie zit voor twee en dat dan straks niemand meer licht heeft.

NRC,

De vroede opstellers van de grondwet van 1789 vonden dat geen deelstaat de federale regering mocht herbergen; dat zou de macht te veel concentreren. Washington werd daarom gesticht op een stuk moeras dat was overgebleven tussen de deelstaten Maryland en Virginia. De koude winters en de hete, natte zomers zouden de Afgevaardigen er bovendien van weerhouden om er te veel tijd door te brengen, meenden de Founding Fathers.

NRC,

Vaste verbindingen