walaba 1.0
((vooral) in Suriname)
hoge, zware loofboom die inheems is in Zuid-Amerika en hardhout oplevert
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een walaba…
is een boom; is een gewas
- [Afmeting] wordt circa 25 tot 30 meter hoog; heeft een diameter van ongeveer een halve meter
- [Gevoelsindruk] heeft een vrij gladde schors
- [Kleur] heeft een donkergrijze schors en roodbruin kernhout
- [Uiterlijk] heeft lange takvrije stammen
- [Functie] wordt gebruikt in de bouw en voor meubels
- [Plaats] is inheems in Zuid-Amerika; groeit onder andere in Suriname
- [Product of vrucht] brengt circa 4 centimeter lange peulen voort
Wetenschappelijke naam: Eperua falcata
Rijk | Plantae; Planten |
---|---|
Stam | Embryophyta; Landplanten |
Klasse | Spermatopsida; Zaadplanten |
Familie | Papilionaceeën |
Algemene voorbeelden
Walaba, boomsoort die veel in de jungle voorkomt, geeft grote, vrij harde, platte peulen.
Woordfamilie
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
walaba 1.1
((vooral) in Suriname)
hout van de walaba; walabahout
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Walaba…
is hout
- [Kleur] is roodachtig bruin
- [Stoffelijke eigenschap algemeen] is tamelijk hard
- [Gebruikswijze] wordt in Nederland voornamelijk gebruikt als rondhout voor steigers en meerpalen; is ook geschikt als walbeschoeiing en als ligger en ondersteuning voor bruggen; wordt in Zuid-Amerika ook gebruikt voor leidingmasten, bedrijfsvloeren, timmerwerk, meubelen en vanwege de goede splijtbaarheid en de duurzaamheid voor dakbedekking (shingles) en gespleten afrasteringspalen
Algemene voorbeelden
Bekende houtsoorten zijn: basralokus, walaba, bolletri, lokus, bruinhart, kopi, posentri, baboen en soemaroeba.
De vraag naar walaba in Duitsland wordt inderdaad met de dag groter.