waterpieper 1.0
bruine, insectenetende zangvogel met donkere poten die in en bij het water leeft
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een waterpieper…
is een vogel; is een dier
- [Afmeting] is 15 tot 17 cm lang
- [Geluid] zingt, maakt een zingend geluid; laat een ritmisch geluid horen met veel R-klanken
- [Kleur] is een overwegend bruine vogel waarbij de bovenkant van het lijf grijsbruin gekleurd is en de onderzijde witachtig; heeft in de winter een gestreepte borst en gestreepte flanken; heeft donkere poten en een lichte wenkbrauwstreep
- [Bouw] heeft een slanke bouw; is gewerveld; heeft twee poten
- [Voortplanting] legt eieren
- [Woongebied] komt in grote delen van Europa voor in waterrijk gebied, bv. bij rivieren, meren en aan de kust, maar komt in de zomer in Nederland en België niet voor
- [Leeftijd] kan 8 jaar oud worden
- [Gedrag] is voornamelijk een vleeseter; broedt in bergachtig gebied; overwintert in Nederland en België; bouwt zijn nest op een beschutte plaats onder stenen of planten
- [Gelijkenis] lijkt in uiterlijk erg op de graspieper
- [Onderscheid of tegenstelling] is iets groter, iets grauwer van kleur en heeft donkerder poten dan de graspieper en de boompieper en leeft in tegenstelling tot de andere piepers, in en bij het water
Wetenschappelijke naam: Anthus spinoletta
| Rijk | Animalia; Dieren |
|---|---|
| Stam | Chordata; Chordadieren |
| Klasse | Aves; Vogels |
| Orde | Passeriformes; Zangvogels |
| Familie | Motacillidae; Kwikstaarten en piepers |
| Geslacht | Anthus |
| Soort | Anthus spinoletta |
Algemene voorbeelden
Gelukkig zijn ook dit jaar de roodborsttapuit, het paapje, de blauwborst, de bosrietzanger, de waterpieper, de grasmus en de braamsluiper weergekeerd naar het achterdijkse land van de Nete.
Tot 1997 werd de Waterpieper spaarzaam gezien in het winterhalfjaar. Vanaf 1997 nam het aantal waarnemingen fors toe en was de soort de gehele winter in het gebied aanwezig. In 1999 werd een slaapplaats ontdekt bij de Kniplaan.