wielerseizoen 1.0
(sport en recreatie; fietssport)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een wielerseizoen…
is een seizoen; is een periode; is een tijd
- [Deel] bestaat uit een opeenvolging van trainingen en wielerwedstrijden
- [Functie] dient om wielerwedstrijden te houden
- [Plaats] vindt plaats op de openbare weg of op wielerbanen
- [Frequentie] keert jaarlijks terug
- [Handelende persoon] wordt benut door wielrenners
Algemene voorbeelden
Het wielerseizoen op de weg is anderhalve maand oud, maar de eerste echt belangrijke confrontaties waarin de vaandrigs uit de internationale elite samen aan de start staan, komen er nu pas aan.
Een degelijke wintertraining legt een stevige basis voor het nieuwe wielerseizoen. Er wordt veel aandacht besteed aan algemene ontwikkeling, via complementaire sporten (powertraining, zwemmen, lopen), gecombineerd met een specifieke fietsontwikkeling (mountainbiken, crossen, pisterijden). 1 x per week training op de Kluisberg. Januari - februari: dagelijks trainen van de basisuithouding op de weg, kilometeropbouw is de hoofdbrok [...]. Mei - juni: via gevarieerde trainingen de wedstrijdconditie op peil houden en de individuele tekorten bijschaven. Bergstage in Spanje en mountainbikestage in de Ardennen.
Combinatiemogelijkheden
met telwoord erachter
Het is vrijwel zeker dat het wielerseizoen 1994 voorbij is voor de kopman van de amateurwielerformatie Golff/de IJsselstreek. Wietse Veenstra, die dit seizoen drie klassiekers op zijn naam schreef, kwam door toedoen van een andere coureur op de Apeldoornse wielerbaan tijdens een afvalkoers ten val en verrekte daarbij de kruisbanden van zijn linkerknie.