zijn eigen oren niet geloven


zijn eigen oren niet geloven 1.0

iets niet kunnen geloven, ondanks dat iemand het zelf gehoord heeft

Algemene voorbeelden


'Ik wil een kind,' zegt Linea. [...] 'Maar Linea, we kennen elkaar nu al dertien jaar, en voordat we trouwden heb ik al tegen je gezegd dat ik geen kinderen wil. Ik geloof mijn eigen oren niet. Ik zou me geen raad weten met zo'n krijsende handenbinder.'

Alle vogels van de wereld, Daphne Buter,

Hij vertelt dat ze de gevaarlijke schoonmaakklus aan een onderaannemer uitbesteed hadden, dus wat er ook gebeurd is, het is niet hun verantwoordelijkheid. Fleur gelooft haar eigen oren niet. Er zijn mensen die voor hun werkten verdwenen en het doet haar vader niets!

Westenwind, Simone Duwel,

Webb: 'Ja. Samenwerking: ja; kulturele samenwerking neen. Wij hebben het Nederlands niet nodig.' Du Plessis: 'Vic, ik geloof mijn eigen oren niet. Laat mij een voorbeeld geven van een goede kulturele samenwerking: Stef Bos.'

De Standaard,