zuiplap


zuiplap 1.0

iemand die zichtbaar zeer dronken is en die zich als zodanig gedraagt; man die zichtbaar dronken is en die zich als zodanig gedraagt; dronkenlap

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een zuiplap…

is een persoon

      Algemene voorbeelden


      Een tank van het Joegoslavische Volksleger had de bestelwagen vermorzeld om vier uur 's morgens, terwijl in het stadscentrum nog de laatste zuiplappen naar huis waggelden.

      De Standaard,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding


      zuiplap 2.0

      iemand die voortdurend dronken is; iemand die aan de drank verslaafd is; man die voortdurend dronken is; man die aan de drank verslaafd is; alcoholist; dronkenlap

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Een zuiplap…

      is een persoon

          Algemene voorbeelden


          Dat "volk" beschreef Buysse als één grove brutale bende halfidioten, zuiplappen, vechtersbazen, dieven, moordenaars en verkrachters, één bende kortgehouden ellendelaars, uitgebuit en uitgeknepen zonder benul van opstand of protest, bang, benard, dierlijk, en even verslaafd aan de knoet als aan de kruik.

          De bierkaai. Kladboek 2, Jeroen Brouwers,

          De vader is ex-akteur, zuiplap en gierig tot op het bot, moeder is verslaafd aan morfine, de oudste zoon drinkt en zit bij de hoeren, de jongste (die naar de auteur verwijst) is dichter en lijdt aan t.b.c.

          De Standaard,

          Woordfamilie


          Als deel van een afleiding