zwarte donderdag 1.0
donderdag waarop er een ongelukbrengende, ingrijpende of sombere gebeurtenis plaatsvindt
Algemene voorbeelden
Een 'zwarte donderdag' noemde De Graafschap-trainer Jan de Jonge 31 januari 2008. Het was de dag dat hij ineens zijn beste aanvaller (Berry Powel) kwijtraakte aan FC Groningen.
Zwarte Donderdag 2.0
donderdag 24 oktober 1929, waarop in New York de beurskoersen instortten
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Algemene voorbeelden
Zwarte Donderdag is het begin van de economische crisis in Amerika die het land nog lang zou teisteren.
Meestal praat je daar ook net niet over, wat de situatie helemaal potsierlijk maakt. Een beetje zoals handige jongens op de beurs nu al jarenlang wachten op een nieuwe zwarte donderdag en ondertussen een waanzinnig kolkende geldstroom laten samenvloeien achter de broze stuwdam van hun op roddels en statistieken gefundeerde voorspellingen.