Leeuwarders 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Het Leeuwarders…
is een dialect; is een taal
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] kenmerkt zich door Hollandse invloeden
Algemene voorbeelden
In 1985 vroeg Omrop Fryslân Anne Feddema om voor haar radio-uitzendingen een column te verzorgen. Feddema zegde toe en schreef zijn columns, die hij zelf ook voorlas, in het Leeuwarders. Hij sierde zijn Leeuwarders op met eigen vondsten, hij introduceerde nieuwe woorden om de taal levend en bij de tijd te houden.
De Eekhoffprijs 2008 is toegekend aan taalonderzoekster Renée van Bezooijen [...]. Van Bezooijen krijgt de prijs voor Het Raadsel van de ratelaar (2006), haar boek over de uitspraak van de 'r' in het Leeuwarders en het Fries.
In het Leeuwarders komt de huig-r omstreeks 1880 nog niet voor. Zeventig jaar later blijkt dat wél het geval te zijn. Dat betekent dat de r in de tussenliggende jaren in het Leeuwarders opgekomen is, aanvankelijk ook hier bij de elite, en dat deze daarna algemener geworden is.
De toekomst van de stadsdialecten is onzeker en het valt te verwachten dat de toekomstige generaties ze nauwelijks meer zullen spreken. Op het moment heeft echter nog twintig procent van de bewoners van Leeuwarden het 'Leeuwarders' als eerste taal.
Tijdens mijn studie Fries in Groningen was mij wel verteld dat het Stads taalkundig gesproken geen Fries dialect was en daarom ten onrechte wel met Stadsfries wordt aangeduid. Toch volgde ik bij mijn onderzoek in Leeuwarden nog lang de gedachte van Klaas Fokkema, de eerste moderne onderzoeker van het Leeuwarders, voor de oorlog. Fokkema beweerde dat er sprake was van Fries dat zo langzamerhand door de invloed van Nederlands tot een mengtaal was geworden.
Hoeveel sprekers van het Leeuwarders hebben eigenlijk een brouw-r? Hoe lang komt hij al in het Leewarders voor? Waar komt hij vandaan?
Een ander typisch kenmerk van het Leeuwarders is dat de r niet wordt uitgesproken, dat de r er vaak stom is. Het Fries kent dit verschijnsel ook. Zit er structuur in dat weglaten van de r? En zo ja, is de systematiek dan hetzelfde in het Leeuwarders en het Fries of zijn er verschillen?
'k He myn skúnen pútst met brún skúnepútse(r)sgúd. Se suuden en se wuuden, en se duusten niet. Deze zinnen gaan over het afwijkend gebruik van de "u" in het Leeuwarders. En bij dit stadsdialect wordt ook weer de aandacht gevestigd op de verleden tijd van hulpwerkwoorden.
'Ja hé! Dat doen jimme graag hé?' Want het stopwoord hé werd in het Leeuwarders anders en vaker gebruikt. De Leeuwarder kon dan antwoorden met 'Ja nou!', aldus verwijzend naar het in het Fries weer veel gebruikte stopwoord no.
Een mooie spreuk in het Leeuwarders is: Als it net kin sa als 't mut, dan mut it mar sa als 't kin. Oftewel: Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.