assistent in opleiding 1.0
(wetenschap; onderwijs en opvoeding; wetenschap; onderwijs en opvoeding; (vooral) in Nederland)
Algemene voorbeelden
Een assistent in opleiding of een promovendus is iemand die tijdelijk bij een universiteit is aangesteld om zich door wetenschappelijk onderzoek en het volgen van onderwijs verder te bekwamen tot wetenschappelijk onderzoeker of technologisch ontwerper.
In 1986 werd het AIO-stelsel ingevoerd, waarmee een duidelijk juridisch en formeel kader voor assistenten en onderzoekers in opleiding (AIO/OIO) werd vastgelegd [...]. Met de invoering van de UFO (Universitaire Functie Ordening) in 2003 werd de term AIO en OIO vervangen door de term promovendus. De opvolger van het AIO-stelsel was hierdoor ook gekomen (al was dat formeel pas in 2005 door de CAO NU): het promovendistelsel.
Ingeval de assistent in opleiding wordt aangesteld ter vervaardiging van een proefschrift dan wel proefontwerp, bedraagt de aanstellingsduur ten hoogste vier jaren dan wel, ingeval toepassing wordt gegeven aan artikel 10, vijfde lid, onder b , ten hoogste twee jaren [...]. Ingeval de assistent in opleiding wordt aangesteld om gedurende een beperkte tijd mee te werken aan een onderzoekproject dan wel ter vervaardiging van een beperkt technologisch ontwerp, bedraagt de aanstellingsduur ten hoogste twee jaren.
"AIO" is een afkorting van Assistent in Opleiding, "OIO" staat voor Onderzoeker in Opleiding. De financiering van een AIO- of OIO- plaats kan op verschillende manieren plaatsvinden. In de eerste plaats is er eerste geldstroom onderzoek. Iedere universiteit heeft een vast aantal AIO's dat aangesteld mag worden. Deze AIO's worden gefinancieerd via de "eerste geldstroom" (geld van de universiteit). Er zijn ook AIO's die vanuit een fonds van buiten de universiteit - derde geldstroom - zijn aangesteld. Ook deze AIO's zijn in dienst van de VU. OIO's daarentegen worden gefinancieerd via de tweede geldstroom, geld van niet-commerciële stichtingen, zoals NWO (de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek).
Na de introductie van de assistent in opleiding (aio), gingen de buitenpromovendi meer en meer tot de universitaire exotica behoren. De bulk van de promovendi kwam geleidelijk aan voort uit de onderzoeksscholen, proefschriftfabrieken waarin aio's met een tijdelijk dienstverband intensief worden opgeleid en begeleid. Voordeel: het ontstaan van een kweekvijver van jong, zuiver wetenschappelijk talent. Nadeel: proefschriften die minder 'academische rijpheid' en maatschappelijke relevantie hebben dan vroeger.