badmeester 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een badmeester…
is een persoon
- [Uiterlijk] draagt witte - of in elk geval duidelijk herkenbare - kleding
- [Plaats] werkt in een zwembad
- [Activiteit of handeling] houdt toezicht in een zwembad en blaast op een fluit om zwemmers te waarschuwen
- [Middel] gebruikt een fluit om zwemmers te waarschuwen
- [Oorzaak, reden of aanleiding] werkt voor zijn beroep
Algemene voorbeelden
Vooral kinderen willen wel eens aan de aandacht van badmeesters ontsnappen en onopgemerkt in een zwembad blijven liggen.
Maar ja, toen ineens kwam de badmeester er bij en hij riep ons er uit, omdat we niet zonder badmuts mochten zwemmen.
De badmeester is de mooiste man die ik in tijden heb gezien. Niets van het hanige spiervertoon dat je associeert met het woord badmeester. Klein, kompakt en smal, spieren vlak onder zijn vel, een ontroerende streep haartjes tussen zijn navel en zijn verschoten zwembroekje.
"Van de kern van tachtig tot honderd reljongeren in de westelijke tuinsteden wordt door de politie alle feiten geregistreerd. Overlast bezorgen in het Sloterparkbad, baldadigheden op het station, herrie maken in de tram, de badmeester in het water gooien: het komt allemaal in het sfeerverbaal."
"Bij grote, slecht overzichtelijke baden moet je het detectiesysteem altijd inbouwen", vindt directeur Paul Coppes van de Stichting Zwembadkeur [...]. "Voor ons blijft het uitgangspunt dat de automatische detectie nooit ten koste mag gaan van normaal toezicht. Je hebt altijd eerst de badmeester en daarna komt pas de elektronica."
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- fluiten
Een keer greep die lange me van achteren vast, zodat ik niet kon zwemmen. Ze sloeg haar benen om me heen. Ik ging kopjeonder. Toen floot de badmeester dat ze me los moest laten.
Annemarie sprong als numero één en wij er achteraan en we lagen ons te bescheuren in het water. De badmeester nijdig fluiten, wij naar hem zwaaien, hij met grote passen weg, met iemand smoezen en naar ons wijzen.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een gediplomeerde badmeester
Op de dagrecreatie kunt u eens lekker van de duikplank afspringen of een paar baantjes trekken onder het waakzaam oog van een gediplomeerde badmeester.
met eigennaam
- badmeester Rob Spijkerman
Vol trots namen Angelika Vos, voorzitter van de Stichting Zwembad Zwartsluis, en badmeester Rob Spijkerman een cheque ter waarde van 20.000 gulden in ontvangst van Peter en Cathrien van der Stouwe van het bedrijf Besto.
met ander, nevengeschikt substantief
- een badmeester of badjuf
Wit prijst de goede samenwerking met de instructeurs van Bad Hesselingen die de leerlingen in niveaugroepen hebben ingedeeld. Wekelijks hebben de scholieren dezelfde badmeester of badjuf voor zich.