bakkerswinkel 1.0
winkel waar brood (en vaak ook banket) verkocht wordt; winkel waar men brood (en vaak
ook banket) kan kopen; bakkerij; bakkerszaak
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een bakkerswinkel…
is een winkel
- [Toepassingsgebied of bereik] betreft een winkel waar brood en vaak ook banket verkocht wordt
Algemene voorbeelden
De rijkste van de klas was de dochter van een kleine textielfabrikant uit een dorp, en de armste de zoon van een bejaarde bakker, met een jonge Duitse moeder uit Berlijn, die met veel zorgen de kleine bakkerswinkel dreef.
De Romeinen kenden al tientallen broodsoorten die in de bakkerswinkels werd verkocht.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- een joodse bakkerswinkel
Pas dan merkt Karel dat zij de etalage verbrijzeld hebben van een joodse bakkerswinkel.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
bakkerswinkel 1.1
gebouw waarin een bakkerswinkel gevestigd is
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een bakkerswinkel…
is een gebouw
Algemene voorbeelden
Een lange rij mensen wachtte voor de bakkerswinkel.
Toen ik een bakkerswinkel passeerde liep het water mij alweer in de mond.