belwinkel


belwinkel 1.0

(media, communicatie en telecommunicatie; neologisme)

winkel die telefoniediensten, vooral mobiele telefonie, aanbiedt en soms ook andere telecomdiensten en waar de klanten daarnaast ook vaak tegen goedkope tarieven naar het buitenland kunnen bellen

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een belwinkel…

is een winkel

  • [Functie] biedt telefoniediensten, vooral mobiele telefonie, aan en soms ook andere telecomdiensten en biedt klanten daarnaast ook vaak de mogelijkheid om tegen goedkope tarieven naar het buitenland te bellen
  • [Waardering] heeft vaak een negatieve naam en wordt door sommigen geassocieerd met criminaliteit of louche zaken
  • [Toepassingsgebied of bereik] is een gebouw waarin een belwinkel gevestigd is

    Hoofdsemagram: winkel


    Algemene voorbeelden


    Bij een gewapende overval op een belwinkel in Amsterdam-West heeft een overvaller vrijdagavond zijn negentienjarige Amsterdamse handlanger doodgeschoten.

    ANP,

    De eigenaar van de belwinkel is een luie donder, hij heeft de zaak uit handen gegeven aan Amar, een jongen die elke ochtend opstaat, de winkel opent en de hele dag telefoonkaarten van allerlei klasse en gewicht door het luikje schuift, en als het wat drukker wordt en hij gezelschap nodig heeft in de Babylonische spraakverwarring, komt Sjanti hem gezelschap houden tegen twaalf gulden per uur zwart.

    De langverwachte, Abdelkader Benali,

    Onderdelen extra uitgewerkt: Uitwerking van eigen belwinkel gericht op internationale telefoongesprekken en internet; Tips over financiering van investeringsbedrag; Onderscheiden van concurrentie door lage tarieven voor internationaal bellen; Benodigde verzekeringen voor de start; Financiële onderbouwing (Investeringbegroting, Financieringsbegroting, Exploitatiebegroting, Cashflowoverzicht).

    http://www.ondernemingsplannen.nl/ondernemingsplan-belwinkel.html

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen


    Overige woordfamilieleden


    Etymologie


    Aard herkomst inheems woord
    Vroegste datering 2000
    Periode opkomst 2000