bergeend 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een bergeend…
is een vogel; is een dier
- [Afmeting] is 55 tot 65 cm lang
- [Kleur] heeft een zwarte kop, een rode snavel, een bruine halsband en een wit verenkleed met enige zwarte en bruine strepen op de slagpennen
- [Woongebied] leeft vooral aan de kusten van Noord-Europa, de oevers van de Kaspische Zee en de vlakten van Centraal-Azië in slikgebieden
- [Gedrag] is een alleseter; is een holenbroeder
- [Onderscheid of tegenstelling] is groter dan een eend en kleiner dan een gans
Wetenschappelijke naam: Tadorna tadorna
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Aves; Vogels |
Orde | Anseriformes; Eendvogels |
Familie | Anatidae; Eendachtigen |
Geslacht | Tadorna |
Soort | Tadorna tadorna |
Algemene voorbeelden
De bergeend is een typische modderaar. Deze gansachtige eenden zoeken hun voedsel het liefst in slikkige, open gebieden: het Waddengebied en estuaria van rivieren zijn favoriet. Wroetend door de slikkige toplaag zoeken ze naar slakjes, (wad)pieren, insecten en andere eetbare bodembewoners [...]. Bergeenden komen voor in een brede band (tussen 40 en 60 graden noorderbreedte) van Ierland tot in West-China [...]. In juli vertrekt bijna de hele populatie bergeenden van Nederland, Engeland en Duitsland naar de Bocht van Helgoland.
Een van de 'andere' musea is gevestigd in de Rotterdamse wijk Kralingen, in een kapitale villa omringd door een lommerrijke tuin met rood bloeiende heesters en zwart-witte bergeenden, de kleuren die ook binnen overheersen.
Door zijn grootte lijkt de bergeend een merkwaardige kruising tussen een gans en een eend; de soort is eveneens bekend onder de term "casarca-eend". Heel karakteristiek is hun nesteling in holen. Deze nogal forse bergeend is zowel een land als een watervogel. Hij bezoekt vooral de kusten van Noord-Europa, maar ook de oevers van de Kaspische Zee en de vlakten van Centraal-Azië.
De bergeend komt overal langs de kust van Europa voor en trekt in de winter gedeeltelijk naar het zuiden. De Nederlandse populatie trekt in de winter gedeeltelijk weg, maar wordt tegelijkertijd aangevuld met exemplaren uit het noorden, zodat het gehele jaar door bergeenden te zien zijn.