bietsen 1.0
(informeel)
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: om
- bietsen om een sigaret
- om een sjekkie bietsen
- om een verjaardagscadeautje bietsen
Altijd als hij mij ontwaart beent hij langsteltig mijn kant uit en bietst om een sjekkie.
bietsen 1.1
(informeel)
Combinatiemogelijkheden
met object
- geld bietsen
- een koekje bietsen
- een sigaret bietsen
Je kon naar opoe gaan, een kletspraatje maken, een koekje bietsen en vragen of je met de windbuks van oom Japik op kikkers mocht gaan schieten.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: bij
- iets bietsen bij iemand
Waar heden ten dage de motorsterren worden afgeschermd door overijverige persvoorlichter's, paniekerige managers, of zelfs vierkante bodyguards kan het in de paddock van een klassieke race zomaar gebeuren dat een piloot bij de achteloze passant een sjekkie bietst.
Voorzetsel: van
- iets bietsen van iemand
Hij zat in zijn pyjama tegenover haar, zuigend aan de sigaret die hij van haar gebietst had en de rook van die sigaret naar haar toezwaaiend: "Ik breng je er dadelijk een van mij terug, ik heb ze beneden."
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
bietsen 2.0
(informeel)
Combinatiemogelijkheden
met verzwegen object
Aan de muur hangen grote reclameposters en een lijst met huisregels: niet rennen, vechten of bietsen, alleen aardappelschillertjes en zakmessen mee en "let op uw uiterlijk en taalgebruik."