blij 1.0
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- een blij kind
Op een kermis horen blije kinderen, tieners en volwassenen te lopen die genieten van een oliebol, een ritje in de draaimolen of een spectaculaire bungeejump.
- een beetje blij
'Maria, ben je zwanger of niet? Zeg iets.' Werner zag het hoofd van zijn vrouw bewegen. Ze knikte. Hij probeerde zijn hand op haar schouder te leggen. Met een nurkse beweging schudde ze hem van zich af. 'Ik ben heel blij. Ben jij niet een beetje blij?'
met werkwoord
- blij kijken
- blij lachen
- blij worden
- blij zijn
- zich blij voelen
- iemand blij maken
- iemand blij stemmen
Ik trof haar vaak stil in haar bed aan. Ze keek blij als ik kwam, en was altijd teleurgesteld als ik weer vertrok, zelfs als ik af en toe moeite had om gespreksstof te vinden.
Suzanne lachte blij en opgewekt.
Ik zei hem de waarheid; dat ik thuis was gekomen, omdat we een kind zouden krijgen. Hij werd blij en zijn blijdschap was echt.
Als zij, ondanks de speciale band met hun kinderen, geen aandacht schenken aan de wezenlijke zaken zoals de gevoelens van de kinderen [...]; als ze zich er niet zorgen om maken of de kinderen boos of blij zijn; als ze geen echte belangstelling tonen voor de bijzondere trekken van hun kinderen, dan ziet het ernaar uit dat ze de mogelijkheden die het gezin biedt niet goed benutten, en dat ze hun voordeel niet doen met de eigenschappen van het gezin als natuurlijke leefeenheid.
We voelen ons blij of verdrietig, angstig of boos; zonder dat we ons daarbij bewust herinneren wat de eigenlijke oorzaak is.
Het luisteren naar muziek kan een belevenis zijn. Het kan je in vervoering brengen, het kan je blij maken of juist bedroefd.
Het stemde hem blij, echt blij: hun zoon, tien jaar, en reeds in staat om de werkelijkheid te onderkennen!
met bijwoord
- erg blij
- heel erg blij
- niet blij
Dat er bij de bevrijding van de Wijk direct sprake was van een grote opwinding en groot feest, kon volgens Jentje van de Belt bepaald niet worden gezegd. 'De mensen kwamen de huizen natuurlijk wel uit, maar de Canadezen waarschuwden ons dat ze zich nog weer zouden terugtrekken, dus bleven we voorzichtig. Wel zagen we de jeugd dansen op het schoolplein, maar niemand deed erg uitbundig. We waren erg blij, maar toch ook bang.'
Sebastiaan zegt: 'In die taal bestaat er een woord, li sula, dat betekent: delight of eye, "verrukking van het oog".' 'Verrukking?' zegt Lisa. 'Dat je ergens heel erg blij van wordt,' zegt Sophie.
'Hoe voelde je je?' 'Opgewonden, niet blij, dat niet, maar wel met een gevoel van verwachting.'
met voorzetselgroep
- blij worden van
Het was prettig om in haar nabijheid te zijn: je werd er blij van.
met tegenwoordig deelwoord
- blij lachend
Ik wikkel plechtig het pakje open, laat Denises moeder blij lachend ruiken, houd dan tengere geparfumeerde vruchtjes onder de kleine neus van Denise, zodat de kneukel van mijn rechter wijsvinger tegen haar wang rust.
met ander, nevengeschikt adjectief
- blij of verdrietig
- blij of verdrietig, angstig of boos
- bang, blij, verdrietig, kwaad
- vrolijk en blij
Aan het geblaf van de beesten kan je opmaken of ze blij of verdrietig zijn.
We voelen ons blij of verdrietig, angstig of boos; zonder dat we ons daarbij bewust herinneren wat de eigenlijke oorzaak is.
Op school is er plaats voor gevoelens: kinderen mogen bang, blij, verdrietig, kwaad zijn.
Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat krioelde het van de mensen. Vooruitkomen was bijna niet mogelijk. Iedereen schuifelde, voetje voor voetje, vrolijk en blij.
Vaste verbindingen
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als deel van een samenstellende afleiding
blij 2.0
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- een blij kind
- een blij mens
Sarah is een blij kind, een levensgenieter.
Hij lachte altijd. Hij zong altijd. 't Was zo'n blij kind.
Een blij mens, die geen directe kritiek op collega's levert.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als deel van een samenstellende afleiding
blij 3.0
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- een blij gevoel
- een blij mens
En dat je weet: de wereld was er al en zal er altijd zijn. Je bent erbij, maar nodig niet. De dood verandert niets. Niet wrang, niet boos, niet triest, een blij gevoel van misbaarheid.
Het vooruitzicht dat het personeel unaniem 'ja' zei tegen het voorstel om Holweg voor te stellen als nieuwe gemeentesecrestaris heeft van de wethouder een blij mens gemaakt.
met werkwoord
- blij mogen zijn
- blij wezen
- blij zijn
- blij zijn als
- blij zijn dat
- zich blij voelen
- iemand blij maken
- iemand blij stemmen
Papa is altijd blij als hij me ziet.
Wie in het weekeinde buitenshuis wil eten, mag blij zijn als er nog een plaatsje vrij is.
We mogen blij zijn dat hij eerst bij ons komt.
Wees blij dat we vijftig jaar bevrijding mogen vieren.
Ik ben blij dat er begrip is voor mijn keuze.
Hij voelt zich blij dat hij van de zon nieuwe lichaams- en levenskracht gaat ontvangen.
Na afloop werden de kinderen blij gemaakt met een boek, een sinaasappel en een kerstkrans.
Het stemde haar blij dat Romme gretig at.
met bijwoord
- al blij
- allang blij
- allesbehalve blij
- bijzonder blij
- echt blij
- enorm blij
- erg blij
- heel blij
- hoe blij
- juist blij
- kinderlijk blij
- niet blij
- ontzettend blij
- oprecht blij
- reuze blij
- toch blij
- verdomd blij
- verschrikkelijk blij
- wel blij
- zeer blij
- hartstikke blij
Ik was al blij als er thuis niet gebruld werd.
Hij viste een briefje van honderd op, wilde dat zijn broer overhandigen. Die wilde het niet accepteren. Hij had het geld wel voorgeschoten, maar hoefde het niet terug te hebben. Hij was allang blij dat zijn broer wat geld bezat.
De frater liet hem gegeneerd binnen in zijn kamer, die naar peuken en urine stonk, en leek allesbehalve blij om hem te zien.
De parochie is bijzonder blij dat de jeugd zo'n twee keer per maand de viering mede verzorgt.
Waar ik echt blij mee ben is de openheid. Ik vind bijvoorbeeld ook dat een begrafenisondernemer gewoon met zijn tarieven moet kunnen adverteren.
Kinderen zijn enorm blij met een mama en papa die tijd voor hen hebben, die met hen spelen, ravotten, tv-kijken, helpen bij hun huiswerk, uitstappen maken en ga zo maar door.
Ik ben erg blij dat je er bent.
Wij zijn heel blij dat dit onderzoek komt.
Je moest eens weten hoe blij ik was, toen ik je naam in het telefoonboek vond.
Omdat ik niets kon zeggen over de dingen die op mijn tong brandden, gedroeg ik me afstandelijk. Hij maakte daaruit op dat ik zijn aanwezigheid niet waardeerde. 'Maar ik ben juist blij als jij er bent,' zei ik, en ik meende het.
Hij had hard gewerkt om zich vrij te kunnen maken en was kinderlijk blij dat hij nu met vakantie ging.
Hij was niet blij om mij te zien.
Zij zijn ontzettend blij dat hun kinderwens eindelijk vervuld is.
We zijn oprecht blij dat je er weer bent.
Zowel de bewoners, als de leiding zijn reuze blij met de bus. Niet alleen vanwege de mogelijkheid nu de mensen voor de dagopvang te kunnen halen en brengen, maar zeker ook voor de eventuele rondritjes met bewoners bij mooi weer.
Ik ben toch blij dat de kinderen weer met me willen omgaan.
Vroeger bracht ik een fles wijn mee, en daar waren we dan verdomd blij mee!
Op nauwelijks negen uur rijden zouden de mensen verschrikkelijk blij zijn met dingen, die hier achteloos bij het grof vuil worden gezet.
Wij zijn wel blij met wat aanspraak hier in huis.
"Ik ben zeer blij met de drie punten maar realiseer me dat we niet goed speelden en een aantal dingen drastisch moeten veranderen', verontschuldigde Gerets zich voor de rijkelijk beloonde prestatie.
- hartstikke blij
We zijn hartstikke blij met dit akkoord.
met voorzetselgroep
- blij met iets of iemand
- blij om iets
- blij voor iemand
Ik ben heel erg blij met het boek.
Hij is blij met haar, wat dacht ze dan?
De opkomst was heel goed en het bestuur is blij met de inbreng van de leden.
Sinds ze niet meer dronken, snurkte hij niet meer. Daar zou ze toch blij om moeten zijn?
Ze was blij voor Alida, maar ze was ook jaloers.
met dat-zin
Was ze blij dat hij eindelijk dood was?
Wij zijn blij dat de verbetering van de leefbaarheid centraal staat bij het gebiedsgericht beleid.
met infinitief met te
- blij te horen
- blij te zien
'En ik ben weer gaan schrijven, God.' 'Ik ben erg blij dat te horen, sir. Ik leef met u mee. Mensen bestaan bij de gratie van de verhalen. Mag ik uw hand vasthouden?' 'Ja, God.' Joop voelde hoe Errolls sterke vingers zich over zijn zoekende hand ontfermden.
Ik ben zó blij je weer te zien.
met infinitief met om te
- blij om te horen
- blij om te zien
'Oh, ik ben zo blij om je even te horen,' zegt ze uit de grond van haar hart.
'Ik... wij in het algemeen, zijn blij dat je terug bent... niet blij, maar blij om je weer te zien.' 'Dank u wel,' zei Viktor plechtig.
met ander, nevengeschikt adjectief
- blij en opgelucht
- blij en tevreden
- blij en trots
In het telefoongesprek met Brandpunt vertelde S. dat zijn kinderen al tientallen jaren op de hoogte zijn van zijn ware identiteit. Hij voelde zich nu blij en opgelucht dat het allemaal was uitgekomen. "Ik wacht nu alleen nog maar op de dood", zei S.
Wel duidelijk voor je mening uitkomen, maar luisteren naar wat anderen bedacht hebben en dan samen tot een goede oplossing komen, maakt blij en tevreden.
Daisy onthulde dat Toots Thielemans, de befaamde mondharmonicus, een Brussels ketje was, terwijl ik hem altijd al in de streek van Poperinge heb gesitueerd, en ik zal wel niet de enige zijn. Daisy bekende dat ze blij en trots was dat zij hem te gast had.
overig
- blij als een kind
- zo blij als een kind
Hij toonde me het adres achterop, blij als een kind omdat het zo waardevol voor me kon zijn.
Carl komt met een 'Swiffer' thuis, een gemakkelijk soort borstel met een doek erover die stof aantrekt. Ik ben zo blij als een kind. Dat hij daaraan heeft gedacht.
Vaste verbindingen
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
blij 4.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 4.0 |
---|---|
Betrokken betekenissen | 2.0 : 4.0 |
Betrokken betekenissen | 3.0 : 4.0 |
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- een blij gemoed
- een blij gezicht
- een blije stemming
Ik kijk er reeds naar uit, met blij gemoed.
'Maar het is niet zo dat we straks met een bloedend hart afscheid zullen nemen. Nee, we gaan met een blij gezicht en opgewekt de fusie in'.
Lucas was onaangenaam verrast geweest. De blije stemming was in een keer omgeslagen.
blij 5.0
Combinatiemogelijkheden
met bijwoord
- wat blij
- zo blij
- maar wat blij
"Alleen mag ik niet op stap. En is er ook geen aardigheid aan." "Kop op, meid. Veertien dagen is een hele tijd. Tussendoor zal je moeder wàt blij zijn al die dingen terug te ontdekken. Het is tenslotte haar vak, is 't niet, kunstgeschiedenis?"
De aanwezige familieleden van de kosmonauten [...] reageerden geëmotioneerd na de lancering. "Ik ben zo blij dat alles goed is gegaan, dat is niet voor te stellen. Ik was niet zenuwachtig, maar verschríkkelijk zenuwachtig, al weken lang", aldus de moeder van Shuttleworth opgelucht.
Ik denk dat ze maar wat blij waren dat ze van ons af waren.
met dat-zin
Ik ben blij dat het voorbij is.
overig
- blij zijn als
'Ik zal blij zijn als we hier weg zijn,' zei ze.
blij 6.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 6.0 |
---|---|
Betrokken betekenissen | 3.0 : 6.0 |
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- een blijde gebeurtenis
- een blije gebeurtenis
- blije verwachting
- blijde verwachting
- in blijde verwachting van iets
- een blij lied
- een blij weerzien
- het blijde nieuws
- het blije nieuws
Het is eigenlijk net als bij een positieve gebeurtenis: als mensen een blijde gebeurtenis meemaken dan uiten zij hun gevoelens daaromtrent telkens weer anders.
Memories Mozaïek: Aandenken voor verdrietige of blije gebeurtenis.
En hij haastte zich, vol blije verwachting, want hij wist zeker dat het de vrouw was van de boekenclub die op zijn uitnodiging wilde ingaan!
Toch is de advent allereerst een tijd van blijde verwachting en hoop.
We zijn nu in blijde verwachting van een oplossing.
Hij stapte door de regen en er was een blij lied op zijn lippen.
Na een weekje rust vlakbij Shangrila Home en na een blij weerzien met de kindjes, zijn we op trekking vertrokken.
Hij belde iedereen op om hun het blijde nieuws te melden.
Je hebt net ontdekt dat je zwanger bent, je bent zo blij dat je het gelijk aan de hele wereld wil vertellen of je houdt het juist liever nog voor jezelf. Wanneer zouden jullie het blije nieuws graag aan je familie/vrienden willen vertellen of wanneer heb je het ze verteld?