bonuszoon 1.0
((vooral) in Nederland; neologisme)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een bonuszoon…
is een zoon; is een familielid; is een persoon
Algemene voorbeelden
Terwijl ik sta te koken, kletsen onze vier kinderen met elkaar bij. De jongste, mijn bonuszoon van 9, kijkt op van zijn vaders iPad en uit het niets stelt hij me de vraag: „Wanneer hebben jij en Papa elkaar ontmoet?"
"Thijs, Lotte en ook onze bonuszoon Thijmen zijn voor hem extra reden om te blijven leven."
Sterkte. Ik hoop dat jij en je bonuszoon wat voor elkaar kunnen betekenen in deze tijd, en vooral ook nog in alle tijd die gaat komen.
Haar 'bonuszoon' Brian komt buurten, de zoon van haar enkele jaren geleden overleden man die al op 16-jarige leeftijd vader werd.
Goeijers heeft oog voor veelzeggende momenten. Zo blijft de camera gericht op Dulfers geëmotioneerde gezicht wanneer haar 'bonuszoon' (de zoon van haar partner Rafaël) vertelt dat hij later saxofonist wil worden, 'net zoals Candy'.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Etymologie
Aard herkomst | inheems woord |
---|---|
Vroegste datering | 2015 |