boontje 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een boontje…
is een groente; is een zaadje; is voedsel
Algemene voorbeelden
Ik keek naar het boontje waarvan ik net het ene uiteinde had afgeknakt, en dat ik nu zou omdraaien om het andere uiteinde samen met het draadje te verwijderen.
De groenten die gegeten werden, waren voornamelijk wortels en koolsoorten en in de zomer boontjes.
Om boontjes mooi groen te houden, kookt u ze samen met enkele slablaadjes in een pan zonder deksel.
Het varkensgebraad stond nog te pruttelen, maar de boontjes waren tot moes gekookt.
Bonenkruid. Smaakt niet alleen goed bij alle soorten boontjes, maar geeft ook een kruidige smaak aan bloemkool en spruitjes.
Mijn moeder had haar rug naar ons toegekeerd en zag dus niet dat mijn broer de draadjes in de naad van de boontjes liet zitten.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- boontjes plukken
- boontjes schoonmaken
Mijn moeder plukte de boontjes, mijn zuster boste de peen en mijn drie jaar oude broer groef met een afgedankte lepel in de aarde om alvast het spitten te oefenen.
Voor ze de boontjes begon schoon te maken, nam ze het rode hamertje uit haar tas en legde het bij het gereedschap. Wie het het eerst zou vinden, mocht het hebben.
met adjectief ervoor
- groene boontjes
- witte boontjes in tomatensaus
- zwarte boontjes
Groenten: artisjok, asperges, groene boontjes, olijven.
Met de voet stoot hij enkele ingedeukte blikjes bier en witte boontjes in tomatensaus, vuile vodden en stenen opzij.
Zwarte boontjes. Gezouten zwarte boontjes zijn met zout en kruiden gefermenteerde sojabonen met een specifieke, zoutachtige smaak en een rijke geur.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- gedroogde boontjes
Flageoletten zijn zowel in gedroogde vorm als in blik te koop. De gedroogde boontjes moeten eerst 6-8 uur in ruim koud water worden geweekt en daarna in 1-1½ uur worden gaar gekookt.
met substantief ervoor
- een blik boontjes
Daarna trok Versavel een blik boontjes open, goot het sap af in de gootsteen en deed ze in de pan.