borstelworm 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een borstelworm…
is een ringworm; is een dier
- [Afmeting] is, afhankelijk van de soort, minder dan 1 mm tot bijna 3 m lang
- [Deel] heeft vaak kort, stijf, puntig of stekelig haar op zijn lichaam
- [Voortplanting] legt meestal eieren
- [Plaats] leeft in en op de bodem van de zee
- [Woongebied] komt over de hele wereld voor
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is meestal vrijlevend en soms parasitair
- [Geslacht] is vaak geen hermafrodiet
- [Verscheidenheid] komt voor in 11.000 soorten
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Annelida; Ringwormen |
Klasse | Polychaeta |
Algemene voorbeelden
De zager is een borstelworm die zich voedt met algen en micro-organismen. Het dier wordt ook gekweekt als visaas.
Het goudkammetje is een borstelworm die zich beschermt in een taps toelopend kokertje van aaneen geklitte zandkorrels. Het dier dankt zijn naam aan de goudkleurige borstels aan de brede kopzijde van het zalmroze lichaam.
Op het strand worden veel goudkammetjes losgewoeld door de branding; meestal vind je alleen de kokertjes en soms vind je een prachtig levend exemplaar. Het goudkammetje is een borstelworm van 5 centimeter en leeft ingegraven in het zand, met de kop naar beneden.
Met de term 'macrofauna' worden alle ongewervelde waterdieren bedoeld die groter zijn dan ongeveer 0,5 mm. Daartoe behoren de volgende diergroepen: platwormen, borstelwormen, kreeftachtigen, watermijten, water- en oppervlaktewantsen, libellenlarven, waterkevers, muggenlarven en waterslakken.
Reeds na tien dagen wordt een gezonken schip gekoloniseerd door levende dieren en planten. Scheepsruimen bieden immers een veilig schuiloord voor krabben, kreeften en vissen en de harde uitwendige structuren vormen een prima houvast voor zeeanemonen, zeepokken, sponzen, borstelwormen, weekdieren en andere organismen.
Riviergrondels behoren tot de karperfamilie. Het is een langgerekte, kleine bodembewoner (max. 20 cm.), met een rij van donkere vlekken op de flanken. De twee korte tastdraden aan de bek worden gebruikt om op de bodem te zoeken naar klein dierlijk voedsel, zoals borstelwormen en kreeftjes.
De eigenlijke zeekreeften of Homarus-soorten leven op rotsbodems, in de ondiepe kustwateren van subpolaire tot gematigde klimaatszones. Overdag verbergen ze zich in spleten of onder stenen. 's Nachts verlaten ze hun schuilplaats en gaan op zoek naar voedsel (schelpdieren, borstelwormen en organisch afval).