bouwtijd 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een bouwtijd…
is een tijd
- [Tijd] laat zich situeren in een tijdrekening
- [Object betroffen] heeft betrekking op een bouwwerk
Algemene voorbeelden
Bij het bouwhistorisch onderzoek dat naar de kapconstructie is verricht bleek een deel van het constructiehout nog uit de bouwtijd te dateren!
Je merkt dat zijn hart vooral uitgaat naar de geschiedenis van het bouwvak. Wat zoekt iemand nu op die stoffige zolders en in die vochtige kruipruimtes? De kans dat daar sporen uit de bouwtijd zijn achtergebleven is veel groter dan aan de gevels of in de binnenruimtes, omdat deze voortdurend aan verandering onderhevig zijn geweest. Aan de constructies achter de gevels is soms sinds de middeleeuwen niets meer veranderd.
bouwtijd 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een bouwtijd…
is een tijd
- [Aantal of hoeveelheid] bestaat uit heeft een hoeveelheid tijd die bepaald wordt in een contract of wordt gepland, beoogd of afgesproken en die men liefst zo klein mogelijk houdt om de kosten te beperken
- [Object betroffen] heeft betrekking op een bouwwerk
Algemene voorbeelden
De protestantse kerk, het laatste en belangrijkste werk van de Dresdense stadsarchitect George Bähr, werd na zeventien jaar bouwtijd in 1743 ingehuldigd.
Op 2 december 1882 wordt na een bouwtijd van zo'n twee jaar en enige frictie tussen Westerman en de architecten [...] het Aquarium geopend.
In 1978 werd een bouwtijd van vier jaar voorzien, terwijl de kosten op 164 miljoen pond werden geraamd.
Er is een zeer korte bouwtijd. Binnen acht maanden moet het kantoor met in het midden een opvallende torenachtige bebouwing opgeleverd zijn.
Door het gebruik van prefabelementen wordt de bouwtijd aanzienlijk verkort.
Combinatiemogelijkheden
met adjectivisch voltooid deelwoord
- de geraamde bouwtijd
Overeenstemming tussen geraamde bouwkosten, investering- en uitbatingskosten, levensduurkosten en financiële voorwaarden, geraamde bouwtijd en voorwaarden voor de doorlooptijd.
bouwtijd 3.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een bouwtijd…
is een tijd
- [Aantal of hoeveelheid] bestaat uit heeft een hoeveelheid tijd die bepaald wordt in een contract of wordt gepland, beoogd of afgesproken en die men liefst zo klein mogelijk houdt om de kosten te beperken
- [Object betroffen] heeft betrekking op vervoersmiddelen of technische constructies
Algemene voorbeelden
Voor de allergrootste schepen lag de bouwtijd zeker tussen de zes en negen maanden, voor fluiten en kleinere drie tot zes maanden.
Ondanks de zeer korte bouwtijd van de zeppelins, die in de topjaren 1916-1917 zes weken per schip bedroeg, werden zij toch met zeer grote zorgvuldigheid gebouwd.
Voor het overige is het een nieuwe wagen met een moderne, zij het niet gesofistikeerde, motor. In zijn ontwerp werd heel wat denkwerk geïnvesteerd, daardoor kon onder meer zijn bouwtijd in vergelijking met de R 19 van 20 tot 16 uur gereduceerd worden.