eigenheimer


eigenheimer 1.0

zeer kruimige aardappel met een gele schil

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een eigenheimer…

is een aardappel; is voedsel

  • [Kleur] heeft een gele schil
  • [Smaak] heeft een goede smaak
  • [Vorm] is ovaal, maar wat onregelmatig van vorm met vrij diepe ogen
  • [Structuur] is zeer kruimig
  • [Plaats] wordt geteeld op kleigrond
  • [Tijd] is een middelvroege aardappel
  • [Gebruikswijze] wordt vooral gebruikt om te koken of te pureren

Algemene voorbeelden


Alles was in onze ogen het beste bij de boeren zelf, vooral het eten en drinken: brood van eigen meel, groot en breed gebakken, eigen boerenboter, eigen boerenkaas, lekker hartig allebei, eigenheimers, de beste, de kruimigste aardappelen die er waren, eigen groente, eigen melk.

Nathalie, Ger Verrips,

Steeds vaker kiezen Nederlanders vastkokende aardappelen boven kruimige soorten, zoals het bintje en de eigenheimer.

De Telegraaf,

Combinatiemogelijkheden


met adjectief ervoor


  • kruimige eigenheimers

"Kruimige gekookte eigenheimers," zei ik, "dat is toch het mooiste wat er bestaat. Ik zou in hele bergen krum willen wandelen. En dan hier en daar een vijvertje jus om in pootje te baden en van te drinken."

De verpletterende werkelijkheid en andere verhalen, J.M.A. Biesheuvel,

met adjectivisch voltooid deelwoord


  • fijngestampte eigenheimers
  • gekookte eigenheimers

Bedek alles met luchtige aardappelpuree, gemaakt van gekookte en fijngestampte Eigenheimers, op smaak gebracht met boter, melk naar behoefte, zout en nootmuskaat naar smaak.

NRC,

eigenheimer 2.0

((vooral) in Nederland; ironisch. Niet noodzakelijk negatief bedoeld.)

persoon die erg op zichzelf of eigenzinnig is

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een eigenheimer…

is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is erg op zichzelf; lost alles het liefste zelf op, zonder bemoeienissen van anderen; heeft zijn eigen mening en doet zijn eigen zin

    Algemene voorbeelden


    Hij nodigde haar uit om samen het weekend naar Madrid te gaan. De heer Barroso, zijn baas, en diens schoondochter mevrouw Michelina vlogen naar Rome. Hij wilde met haar rondwandelen, haar de Cibeles laten zien, de Gran Via, de calle Alcala en het Retiropark. Ze keken elkaar aan en ze hoefden de woorden van instemming niet uit te spreken. We zijn twee eigenheimers en nu zijn we samen.

    De grens van glas, Carlos Fuentes,

    "Wanneer komt Jaap terug?" Jan Rouweler stak zijn beide handen verontschuldigend naar voren. "Dat weet ik niet. Echt niet. Jaap is een eigenheimer. Hij zegt nooit veel. Ik zie wel wanneer hij terugkomt."

    De Cock en de moord op melodie, Appie Baantjer,

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • een koppige eigenheimer
    • een verwende eigenheimer

    Met het puike tennis dat ze tot nu toe speelde dit seizoen mag ze dan wel miljoenen tennisharten veroverd hebben, de relatie met haar vader is nog steeds ijskoud. Henin ontpopt zich steeds meer als een koppige eigenheimer die voldoende heeft aan de steun van een handjevol getrouwen.

    De Limburger,

    De jongeren van na 1980 zijn opgegroeid in een tijdperk zonder angst voor oorlog of economische crisis [...]. "Ze vormen de eerste generatie die zich alleen maar zorgen hoeft te maken over de eigen zelfontplooiing. In al hun andere behoeften is voorzien." Van Steensel is niet bang dat Nederland straks zit opgescheept met een stel verwende eigenheimers, die bij een zuchtje tegenwind al beginnen te mekkeren.

    BN/De Stem,

    eigenheimer 3.0

    iemand van eigen bodem; autochtoon

    Betekenisbetrekking


    metafoor
    Betrokken betekenissen 1.0 : 3.0

    Algemene voorbeelden


    Bij de verwachte toevloed van ongeschoolden uit het buitenland tekent zich een tweedeling van de arbeidsmarkt af langs de kleurlijn. Aan de ene kant veel vreemdelingen zonder werk, of in tijdelijke, laagbetaalde banen; aan de andere kant hoog opgeleide eigenheimers in de betere delen van de arbeidsmarkt.

    NRC,