feut 1.0
(informeel; schertsend. Het woord feut is studententaal.)
eerstejaarsstudent, meestal iemand die net lid is geworden van een studentenvereniging
en in zijn ontgroeningsperiode zit; eerstejaarsstudent in zijn ontgroeningstijd; nieuw-aangekomen
student
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een feut…
is een student; is een persoon
- [Groep] is meestal lid van een studentenvereniging
- [Rang of hiërarchische positie] is een eerstejaarsstudent
- [Stadium] is een nieuw-aangekomen student, meestal in zijn ontgroeningsfase
Algemene voorbeelden
De constante overheersing van kampleiders verhinderde het contact tussen de feuten.
Toen er 's nachts in de wc-barakken een medefeut nogal heftig werd afgezeken ten overstaan van een stuk of vijf andere feuten en mijzelf, had ik het wel gehad.
Opeens bevond ik mij te midden van kerels die met grote stappen over de tafels heenliepen om de feuten te leren stiefels bier te drinken. Die de feuten naakt in kelders lieten dansen, met wapperend klokkenspel.