fluitist 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een fluitist…
is een musicus; is een persoon
- [Deskundigheid of vaardigheid] beheerst het fluitspel; heeft vaak een scholing in het fluitspel achter de rug
- [Activiteit of handeling] speelt fluit
- [Oorzaak, reden of aanleiding] beoefent zijn activiteit voor zijn beroep of uit liefhebberij
Algemene voorbeelden
Aan het hof van Potsdam mocht hij het fluitgenie Quantz en keizer Frederik de Grote, zelf een goede fluitist, begeleiden.
Naar schatting heeft 35-40 procent van de beroepsmusici last van tinnitus [...]. Van de orkestmusici lopen hoboïsten, fagottisten, fluitisten en klarinettisten het hoogste risico op deze aandoening.
Voor de fluitist toe is aan zijn solo, heeft een personeelslid van het crematorium behoedzaam het volume van de cd-speler tot nul gereduceerd, aangezien Kees definitief is afgedaald naar de kou.
Onder Giora Bernstein, die opteerde voor twee fluiten in plaats van één, werd het een expressief sfeerstukje waarin de fluitisten Daniella Leleu en Frank Hendrickx, de paukenist Patrick De Smet en de violist Henry Raudales de bepalende inbreng leverden.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
fluitist 2.0
(voetbal; sport en recreatie)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een fluitist…
is een persoon
Algemene voorbeelden
Het bestuur wil hiermee bereiken dat de fluitisten en hun grensrechters maar ook bezoekende verenigingen en neutrale toeschouwers weer met plezier bij AKC komen en zal niet schromen waar nodig corrigerend op te treden of zelfs sancties te treffen.
Samen met de ook aanstormende Harry Postma werd hij tegen de grasmat gewerkt maar weer wees de fluitist niet naar de stip.