gesubsidieerd onderwijs 1.0
(wetenschap; onderwijs en opvoeding; (vooral) in België)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Gesubsidieerd onderwijs…
is een deel van een onderwijsstelsel
- [Deel] bestaat uit het officieel gesubsidieerd onderwijs dat door steden, gemeentes en provincies in Vlaanderen wordt ingericht, en het vrij gesubsidieerd onderwijs dat de confessionele scholen (katholieke, protestantse enz.) omvat en niet-confessionele methodescholen, zoals steinerscholen, freinetscolen en montessorischolen
- [Geheel] is een onderdeel van een geheel van inrichtingsvormen voor onderwijs
- [Onderscheid of tegenstelling] wordt onderscheiden van het onderwijsstelsel dat door de Vlaamse Gemeenschap, het gemeenschapsonderwijs of GO!-onderwijs, wordt ingericht
Algemene voorbeelden
In het gesubsidieerde onderwijs (katoliek, gemeentelijk en provinciaal) strekt de medezeggenschap van de ouders, de leerkrachten en de SEC-omgeving minder ver.
De Commissie is meteen ook een ontmoetingsplaats voor personen die zich over de onderwijsnetten heen (gemeenschapsonderwijs, officieel gesubsidieerd onderwijs, vrij gesubsidieerd onderwijs) dagelijks beroepsmatig bezighouden met scholenbouw.
De concrete organisatie van de stages moet altijd wel voor onderhandeling worden voorgelegd aan de personeelsafgevaardigden in de betrokken organen en voor advies (van de ouders vooral) in de schoolraad (gemeenschapsonderwijs) of de participatieraad (gesubsidieerd onderwijs).
In Vlaanderen gebruikt men sedert het schoolpact (1958) de term onderwijsnet om scholen in te delen naar soort schoolbestuur. Het gaat dan in eerste plaats om scholen van kleuter-, lager- en secundair onderwijs. Er zijn drie netten: het Officieel Gesubsidieerd Onderwijs, het Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap (GO!) en het Vrij Gesubsidieerd Onderwijs.
Het Officieel Gesubsidieerd Onderwijs is het onderwijs dat georganiseerd wordt door de lokale besturen, dit zijn steden en gemeenten of een provincie. […]. De scholen van het GO! werden vroeger de staatsscholen of rijksscholen genoemd. Zij worden ingericht door de Vlaamse gemeenschap, die daarvoor een "Raad voor het gemeenschapsonderwijs verkort RAGO" heeft opgericht [...]. De scholen onder het Vrij Gesubsidieerd Onderwijs (VGO) worden georganiseerd door een privé-initiatief. Het schoolbestuur is in de meeste gevallen een vereniging zonder winstoogmerk. Binnen het Vrij Gesubsidieerd Onderwijs hebben heel wat schoolbesturen zich verenigd in koepels: • het Katholiek Onderwijs (VSKO) • Federatie van Onafhankelijke Pluralistische Emancipatorische Methodescholen (FOPEM) • de Raad van Inrichtende Machten van het Protestants-Christelijk Onderwijs (IPCO) •de federatie Steinerscholen en het Vlaams Onderwijs OverlegPlatform (VOOP). • de kleine koepels verenigden zich op hun beurt tot het Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers (OKO).
De wachtlijsten van subsidiedossiers voor schoolgebouwen bedragen voor het officieel gesubsidieerd onderwijs 2,059 miljard voor het basis en secundair en 197 miljoen voor het hoger onderwijs; voor het vrij gesubsidieerd onderwijs 5,63 miljard voor basis en secundair en 1,23 miljard voor het hoger onderwijs, of afgerond 9,1 miljard frank, terwijl ook niet kan gesteld worden dat het derde net, het gemeenschapsonderwijs, riant gehuisvest zit.