hamel 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een hamel…
is een schaap; is een dier
- [Toestand algemeen] is gecastreerd
- [Geslacht] is van het mannelijke geslacht; is een mannetje
Algemene voorbeelden
Het was de gewoonte een bel te hangen aan een ram, belhamel (hamel = (gesneden) ram) genoemd, waar de kudde zich naar kon richten.
Een hamel is een gesneden ram, en een bel-hamel is zo'n ram, maar dan met een bel om zijn nek. Hij wordt door de rest van de kudde gevolgd. Ik weet niet of dat is vanwege die bel, of vanwege zijn ramschap, of misschien wel vanwege zijn besnedenheid – of alle drie, dat kan ook.
Het mannelijke schaap wordt ram genoemd, het vrouwtje ooi. Een gecastreerde ram heet hamel of weerschaap; een ooi dat geen lam draagt wordt gust genoemd. Het jonge dier heet lam tot een leeftijd van 6-9 maanden, later noemt men het jongschaap, één- of meerjarig schaap.