hazenpeper 1.0
stukjes hazenvlees gemarineerd in wijn en vervolgens gestoofd met azijn, peper en
andere kruiden; gestoofd hazenvlees
Semagram (extra betekenisinformatie)
Hazenpeper…
is vlees; is voedsel
- [Ingrediënt] bestaat uit stukjes gemarineerde haas, peper, azijn en andere kruiden
- [Functie] is vlees; dient als voedsel; wordt gegeten
- [Bereiding] is een stoofgerecht; wordt bereid door stukjes haas te marineren en vervolgens te stoven met azijn, peper en andere kruiden
- [Tijd] wordt vaak in de herfst gegeten tijdens het wildseizoen
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is wild
Algemene voorbeelden
Luxe en kwaliteit zijn het devies in de wereld van de catering. Hazenpeper is een beetje gewoontjes, struisvogelbiefstuk, dure vissoorten en exquise buitenlandse vleesgerechten zijn in.
De Romeinen kenden zelfs al hazenpeper en zij lieten, in tegenstelling tot de Germanen, het wild eerst besterven.
hazenpeper 1.1
hoeveelheid hazenpeper bereid volgens een bepaald recept; soort hazenpeper
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een hazenpeper…
is een gerecht
Algemene voorbeelden
Van de haas worden hazenpepers, pasteien en terrines gemaakt.
Ik heb het uiteindelijk leren eten, ik kan nu echt genieten van een goed klaargemaakte hazenpeper.