herder 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een herder…
is een persoon
- [Attribuut] heeft een of meer herdershonden bij zich; heeft vaak een staf
- [Plaats] doet zijn werk in de open natuur, in onze streken bepaaldelijk nog in heidegebieden, elders vaak in bergachtige gebieden; is vrijwel de hele dag buiten en brengt vaak de nacht door in de open lucht of in afgelegen berghutten
- [Frequentie] komt in onze streken niet vaak meer voor, maar wel nog vaker in armere gebieden in Zuid-Europa en Oost-Europa en op andere continenten
- [Toestand algemeen] is vaak lange tijd alleen met zijn kudde en komt slechts af en toe in de dorpen; is vaak arm
- [Activiteit of handeling] hoedt en leidt vee, meestal een grote kudde schapen of op sommige plaatsen ook geiten; speelt soms muziek op een herdersfluit of een ander instrument om de tijd te verdrijven; melkt soms zijn dieren en maakt kaas van de melk
Algemene voorbeelden
De economische belangen van de streekbewoners botsen met die van natuurbeschermers en wetenschappers. De herders wonen 's zomers in afgelegen berghutten. Daar hebben ze door de aanvallen van de beer op hun kuddes direct met het beest te maken. De beer is voor hen geen knuffeltje maar een hongerig dier, dat tweehonderd kilogram weegt en per dag ongeveer dertien kilo voedsel verslindt, waarvan zestien procent (schape)vlees.
Keltische stammen die in het noordelijk deel van de Alpen thuis waren, zijn waarschijnlijk de eerste gebruikers van een Alpenhoorn; een signaalinstrument voor de herders.
De Koeweiters zijn nomaden, herders en parelvissers die zo'n 200 jaar geleden uit het huidige Saoedi-Arabië kwamen.
Weer een lange tijd later kwam er een zalige nacht waarin een heldere ster boven Bethlehem schitterde en engelen aan de daar in het veld slapende herders verkondigden dat Jezus, dat God zelf geboren was.
Links van de muzikanten zie ik twee jachtopzichters, van wie een met een hond, een oude vrouw met witte hoofddoek en riek, een jonge man met pofbroek en pet, en een herder die voorover leunt op zijn staf.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
- herder-astronoom
- herder-nomade
- herdersafkomst
- herdersbedrijf
- herdersbestaan
- herdersbevolking
- herdersbloed
- herdersdorp
- herderseconomie
- herdersfeest
- herdersfiguur
- herdersfiguurtje
- herdersfluit
- herdersfluitje
- herdersgezin
- herdersgod
- herdersgroep
- herdersharkje
- herdershart
- herdershond
- herdershut
- herdersinstrument
- herdersjas
- herdersjongen
- herderskaas
- herderskind
- herderskleding
- herderskleren
- herdersknaap
- herderslasso
- herdersleven
- herderslied
- herdersmeisje
- herderspoes
- herderspsalm
- herdersroman
- herderssalade
- herderssamenleving
- herdersspel
- herdersstaf
- herdersster
- herderstaak
- herderstafereel
- herderstas
- herdersuurtje
- herdersvak
- herdersvolk
- herderswijsje
- herderswolf
- herdervolk
- herderzonnewijzer
herder 1.1
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een herder…
is een voorstelling
Algemene voorbeelden
Er hingen hier mooie schilderijen. Heidegezichten met honderden schapen en een herder. Een open plek in het bos met opvliegende snippen.
Een piano, zetels en een kast met 'bibelots' - porseleinen figuurtjes waaronder herderinnetjes, herders met een kruiwagen, nimfen.
Stillevens van vruchten en bloemen en een verdwaalde pauw wisselen af met figuren die de vier hoeken sieren: herders die op een fluit of doedelzak spelen, hun hond aaien of dromerig op hun staf leunen.
De ster hangt hoog in het gewelf en vormt de achtergrond voor de stal, de koningen en de herders.
Een kunstenaar die je niet meteen met erotische prenten associeert, en van wie toch zes prachtige etsen op de tentoonstelling hangen, is Rembrandt. Hij vereeuwigde onder meer een herder die onder de rok van een meisje gluurt, een waterende vrouw en een paar dat de liefde bedrijft in een hemelbed.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
herder 2.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
De herder…
is God
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] wordt voorgesteld in de gedaante van hetzij God de Vader hetzij Christus
- [Activiteit of handeling] hoedt zijn mensen, zoals een herder zijn kudde hoedt; waakt over de mensen; biedt de mensen geborgenheid en veiligheid
Algemene voorbeelden
Loof de Heer! Hij is onze herder! Zalig, zalig.
Ze was naar de kerk gegaan om haar zich ophopende drang naar goedgelovigheid te bevredigen [...]. Ze kwam altijd met een fris hoofd en een flinke portie inspiratie thuis. Aan de rivieren van Babylon, De Heer is mijn herder, O Here, straf mij niet in uw toorn. Ze had het gevoel dat ze na de preek van de grote sterke spreker, zelf ook de wereld kon betoveren.
Uitleg van "Alpha and Omega". Een loflied op God, die aan het begin stond en aan het einde zal staan. Die zowel herder als lam was en Licht op onze levensweg wil zijn. Hij verdient alle eer en glorie.
Vaste verbindingen
herder 3.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 3.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een herder…
is een persoon
- [Functie] heeft de functie van pastor, parochiepriester, bisschop en dergelijke over een kerkgemeenschap; staat aan het hoofd van een gemeenschap van gelovigen
- [Activiteit of handeling] waakt over zijn gemeenschap, geeft leiding aan zijn gelovigen en behoedt hen voor het kwaad; heeft een taak die in de kerk vergeleken wordt met die van een herder tegenover zijn schapen
- [Waardering] wordt door zijn gelovigen geëerbiedigd
Algemene voorbeelden
Er had een nieuwe herder zijn intrede gedaan en die stond met opgestoken wijsvinger tot zelfs op straat over geloof en deugdzaamheid te preken, hetgeen van verre merkbaar was aan de slaperige gezichten van zijn parochianen.
Kardinaal Alfrink, als 'herder van heel de geloofsgemeenschap', wil natuurlijk de eenheid bewaren.
Ook de nonnen, priesters en dominees zijn uit het straatbeeld verdwenen. Ze zijn er nog wel, maar ze zijn niet meer herkenbaar. Ze noemen zich ook niet meer herder of leidsman of voorganger, maar vormingswerker of procesbegeleider. Zij hullen zich in de eenheidstooi van hun schapen.
De laatste heidense landstreek van het eens zo machtige koninkrijk van de Moren hield op te bestaan op de Spaanse bodem en een dichter van die tijd kon met volkomen gerechtvaardigde trots zingen: 'Eén kudde, één herder, één geloof, één koning, één zwaard.'
Bovendien kan de diocesane bisschop de bevoegdheid delegeren aan iedere priester die herder is van een speciale gemeenschap, namelijk om te beoordelen of het raadzaam is de Communie onder twee gedaanten uit te reiken buiten de reeds aangegeven gevallen om, waarbij dit ontraden wordt.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
herder 4.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 4.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een herder…
is een persoon
- [Functie] is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken in verband met iets; heeft volgelingen onder zijn hoede
- [Activiteit of handeling] waakt over het welzijn en het gedrag van zijn volgelingen
Algemene voorbeelden
De mens is voor Heidegger 'de herder van het zijn': hij alleen kan in zijn leven, denken en spreken het 'gegeven' dat er überhaupt iets is en gebeurt tot zijn recht laten komen.
Om het met de woorden van Van Donselaar te zeggen: "Het op de huid zitten van Schönhuber en Janmaat maakte van hen geen aantrekkelijke underdogs, maar veeleer paniekerige herders die niet bij machte waren de opgejaagde kudde bijeen te houden".
Het ligt voor de hand mondige, goed opgeleide burgers de eigen geldzaken te laten beheren en ze niet te dwingen besparingen voor ten minste 15 of 20 jaar (om van belastingvoordelen te profiteren) onder te brengen bij pensioenfondsen, levensverzekeraars en andere herders van gelden.
Tot overmaat van ramp ontpopt Paars zich ook nog eens als een onvervalste zedenmeester, die via de geweldchip en de emotionele-intelligentiequotiënt het gezinsleven probeert binnen te dringen om ons tot oppassende burgers te heropvoeden, geheel in de geest van de grote herder Ernst Hirch Ballin en zijn morele opvoedingspakketten voor de basisschooljeugd.
herder 5.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een herder…
is een hond; is een zoogdier; is een dier
Algemene voorbeelden
Een hond die jaagt om te eten, zal zijn buit doden en zal ook bereid zijn die buit te verdedigen tegen iedereen die probeert hem van die buit te beroven. De Dobermann heeft weliswaar buitdrift, maar meestal niet de bereidheid om de buit tot het uiterste te verdedigen. Hij ziet de buit meer als een speeltje, dus niet echt de moeite om risico voor te lopen. Terwijl natuurlijker rassen, zoals herders, die bereidheid nog heel sterk hebben.
Wie beschaafd is en toch een hond wil, neemt geen dog of herder, maar een pekineesje of maltezer. Toy breeds, zoals de Engelsen zeggen: geen echte, maar een speelgoedhond, een levend schaalmodel, een bonbon op pootjes.
De avond tevoren had mijn oom een konijn geschoten, gewoon vanuit zijn huiskamer [...]. "Holen Bello!' zei hij, het was eerder een mompelen, tegen zijn hond die het midden hield tussen twee grote rashonden, een herder en een doberman pincher, en twee minuten later lag het konijn in de huiskamer.
Een bejaard echtpaar naast ons troost een schurftige herder, die angstig om hun benen draait.