herlevingstermijn 1.0
(cultuur en samenleving)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een herlevingstermijn…
is een termijn; is een periode; is een tijd
- [Oorzaak] ontstaat doordat de oude beëindigingsgrond zich niet langer voordoet
- [Duur] heeft een wettelijk voorgeschreven duur
- [Belanghebbende of begunstigde] is bestemd voor personen die na een tijdelijk onderbreking van een recht op uitkering daar nu opnieuw aanspraak op kunnen maken
- [Gevolg of resultaat] heeft als gevolg dat een persoon opnieuw kan terugvallen op zijn oude uitkering en wel voor de duur dat hij daarop nog recht had
Algemene voorbeelden
Startende ondernemers vanuit een WW-uitkering hebben de mogelijkheid om gebruik te maken van de herlevingstermijn. De herlevingstermijn is de periode waarbinnen men kan terugvallen op de oude WW-rechten. De herlevingstermijn bedroeg anderhalf jaar. Wanneer een starter op het moment van stopzetting van de uitkering bijvoorbeeld nog drie maanden recht had op een WW-uitkering kon men hierop binnen anderhalfjaar aanspraak maken.
Enkele weken geleden keeg G. te horen dat hij alsnog van 10 juli 1984 tot 10 september 1985 een WWV-uitkering zou ontvangen. Vanzelfsprekend werd die uitkering verminderd met de, gedurende die periode ontvangen, RWW-uitkering. Dat herlevingsrecht in de WWV is (volgens de bepalingen van de Invoeringswet) na de stelselherziening beperkt tot twee jaren. Alleen als dat recht ooit werd onderbroken door het aanvaarden van werk of door arbeidsongeschiktheid gelden geen beperkingen voor die herlevingstermijn.
Een geëindigd recht kan onder bepaalde voorwaarden weer herleven. Herleving heeft tot gevolg dat het oude recht weer bestaat. De belangrijkste voorwaarde voor herleving is dat de grond op basis waarvan het recht is geëindigd zich niet langer voordoet. Verder wordt in een aantal gevallen een begrenzing in de tijd gesteld (een zogenaamde herlevingstermijn), dat wil zeggen dat de eindigingsgrond zich binnen een bepaalde tijd niet meer moet voordoen.
Een recht op uitkering dat beëindigd is, kan onder bepaalde voorwaarden weer herleven (zie artikel 21 WW). Dit geldt uiteraard niet voor de beëindiging van het recht wegens het verstrijken van de uitkeringsduur. Als de werknemer na een werkhervatting opnieuw werkloos wordt en hij heeft geen nieuw recht op uitkering opgebouwd dan kan het eerder beëindigde recht herleven. Als een werknemer die werkzaamheden als zelfstandige is gaan verrichten stopt met die werkzaamheden dan kan het recht op WW-uitkering herleven mits de werknemer gestopt is binnen de voor hem geldende herlevingstermijn. Als het recht op uitkering is beëindigd vanwege een uitsluitingsgrond dan kan de uitkering herleven indien de uitsluitingsgrond zich niet meer voortdoet. Het gevolg van de herleving is dat de oorspronkelijke resterende uitkeringsduur weer gaat lopen.
Mocht het bedrijf uiteindelijk toch mislukken dan kan opnieuw een beroep worden gedaan op de WW. De duur van de zogeheten herlevingstermijn is afhankelijk van het opgebouwde WW-recht en ligt tussen anderhalf jaar en maximaal ruim drie jaar na de start van het bedrijf. De herlevingstermijn is afhankelijk van het arbeidsverleden van de startende ondernemer, en dus gunstig voor ouderen.