hongerlijder


hongerlijder 1.0

iemand die honger lijdt; iemand die zo arm is dat hij te weinig eten heeft en structureel honger lijdt

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een hongerlijder…

is een persoon

  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] lijdt honger

    Algemene voorbeelden


    Maar honger is geen ondeugd, al is vrees voor honger, vanzelfsprekend, wel de diepere oorzaak van gierigheid en afgunst. De hongerlijder verdient en krijgt ons medelijden. Wij vrezen voor zijn leven. Wij lachen hem niet uit, ook als het zijn eigen schuld is, dat hij zijn maag niet kan vullen.

    Ik draag geen helm met vederbos, W.F. Hermans,

    Zelfs King was hier de laatste jaren wel weggegaan zonder ook maar één enkele makke Bambi gezien te hebben. Dat konden Jose Muteba en zijn collega's ook niet helpen. Ze waren met te weinig om het reservaat af te schermen tegen stropers en hongerlijders.

    Quissama, F. Springer,

    Ook in Brazilië doet men aan weldadigheid, aan negentiende-eeuwse en middeleeuwse barmhartigheid. De naakten kleden, en de hongerenden voeden. maar de naakten blijven naakt en de hongerenden hongerig, want het zijn er te veel, en hun vrouwen baren van geslacht op geslacht nieuwe generaties van hongerlijders.

    Een broer in Brazilië, Beb Vuyk,

    Voedseltop wil aantal hongerlijders halveren. Paus Joannes Paulus II riep woensdag, in zijn openingstoespraak op de VN-Wereldvoedseltop in Rome, de wereldleiders op om de kloof tussen arm en rijk te dichten. Hij noemde het ontoelaatbaar dat mensen verhongeren terwijl anderen in weelde baden.

    De Standaard,

    Internationale hulporganisaties als Concern en Save the Children distribueren het voedsel. Twaalfenhalve kilo graan per maand per hongerlijder, die in hulpverleningstaal beneficiary, 'begunstigde' heet.

    http://www.libertarian.nl/NL/archives/000288.php,

    'Geloof je in de Heer?' vroeg Luning, de varkensmester, als er mensen op zijn erf kwamen voor clandestien vlees, te weinig geld hadden, hem smeekten om een klomp reuzel. Als ze 'ja' zeiden, grinnikte hij: 'dan moet je bij de Heer wezen, voor een stuk spek!' Meesmuilend keken de boeren de hongerlijders uit de stad na.

    De Hunnen. Dl. 2: Bevrijding, Jan Cremer,

    'Honger' is een boek om meer dan eens te lezen en wie bij eerste lezing niet begrepen heeft waardoor de hongerlijder in die gele tand een vinger zag en misselijk werd, begrijpt het bij de tweede: hij had waarschijnlijk de vinger die uit de mond van de vrouw stak, geassocieerd met het achterpootje of de staart van een muis die we soms uit de bek van een kat zien steken. Het was de in zijn onderbewustzijn opgedoken mogelijkheid dat hij van honger tot kannibalisme zou kunnen vervallen.

    Ik draag geen helm met vederbos, W.F. Hermans,

    Combinatiemogelijkheden


    met adjectief ervoor


    • een Afrikaanse hongerlijder

    Tussen al die geurige en smakelijk gepresenteerde vleeswaren, dagverse kruiden, truffels en kantarellen, de honderden soorten kazen, de van heinde en verre aangevoerde vissen die je met dode ogen vanaf een bed van ijs aankijken zou Lucullus of Gargantua het kwijl uit de mond lopen en zou een Afrikaanse hongerlijder slechts niet begrijpend het hoofd schudden.

    NRC,

    met voorzetselgroep


    Voorzetsel: uit

    • hongerlijders uit Biafra

    De bevolking van Vlaanderen werd door deze plagen gedecimeerd, voor zover zij nog niet gestorven was aan "le Mal des Flandres". Historica Eliane Gubin (ULB) heeft op het bestaan gewezen van deze uitdrukking, die in oudere medische handboeken nog zou voorkomen, en waarmee een aan ondervoeding en uiterste uitputting te wijten overlijden wordt omschreven; meer dan een eeuw later heeft onze generatie zich vergaapt aan beelden van hongerlijders uit Biafra, al dan niet met een vaag gevoelen van schuld.

    De Standaard,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    hongerlijder 2.0

    mens of dier dat altijd honger heeft; hongerlap

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een hongerlijder…

    is een mens of dier

    • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft altijd honger

      Algemene voorbeelden


      Op het Pulse gehucht Nederviersel, op een boogscheut van de plaats waar in de jaren zestig de Boudewijnautosnelweg in het Netekanaal stortte, spookt al meer dan een half jaar een kangoeroe rond. De schaarse boeren die daar nog wonen, kregen weet van zijn bestaan toen ze zijn sporen (de afdrukken van twee voorpootjes en een lange staart) ontdekten op het erf en vaststelden dat er broodkorstjes verdwenen die klaarstonden om het gevogelte te voeren. Sedertdien leggen ze elke avond een homp brood, enkele wortels en appels klaar voor de eenzame hongerlijder.

      De Standaard,

      Rik, de dikke postbode, had het verkorven in de ogen van zijn varken. Als dat beest ook maar een glimp opving van de arrogante brievenbesteller, liep het hem tussen de benen. Maar anders was iedereen welkom bij Schutter: er stond altijd eten op het fornuis te pruttelen en de ham hing binnen het bereik van elke hongerlijder.

      Memoires van een kerkuil, Robin Hannelore,

      Woordfamilie


      Als deel van een afleiding


      hongerlijder 3.0

      iemand met een zeer gering inkomen; iemand die zeer arm is; armoelijder; armoedzaaier; arme
      Ook gebruikt als scheldwoord.

      Betekenisbetrekking


      metafoor
      Betrokken betekenissen 1.0 : 3.0

      Semagram (extra betekenisinformatie)


      Een hongerlijder…

      is een persoon

      • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is zeer arm; heeft weinig geld of andere bezittingen

        Algemene voorbeelden


        Vanzelfsprekend delven de hongerlijders eens te meer het onderspit. Armen zijn nu eenmaal een verderfelijke soort, betoogt de schrijfster, aangezien ze de rijken een slecht geweten bezorgen.

        De Standaard,

        We moeten het materiële relativeren, zoals onze Verlosser gedaan heeft, maar de stof is toch ook onontbeerlijk voertuig, huis, uitdrukkingsmiddel, kortom een even tijdelijke als onvermijdelijke gevangenschap van de Geest. Van Gulik zou het zeker met deze uitroep vanuit de ziel, te beginnen met na 'de rijstkakkers en hongerlijders', eens zijn geweest.

        De doosjesvuller en andere vondsten, Janwillem van de Wetering,

        Combinatiemogelijkheden


        met ander, nevengeschikt substantief


        • werklozen en hongerlijders

        Op het VTM-nieuws vragen ze nu ook al aan de man in de straat wat hij vindt van Dutroux of de Maastrichtnorm. Dan krijg je in het eerste geval de reactie: snij zijn ballen eraf, in het tweede geval wordt gewezen op de werklozen en hongerlijders. Dat hoeft voor mij niet. Mensen moeten maar wat meer gaan zwijgen.

        De Standaard,

        Woordfamilie


        Als deel van een afleiding