A - verlangen
hoop 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Hoop…
is een gesteldheid
- [Functie] geeft vaak kracht om verder te gaan
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is de wens dat iets werkelijkheid wordt
- [Handelende persoon] wordt gekoesterd door personen
- [Object betroffen] is een gesteldheid van de geest of het gemoed
- [Onstoffelijke inhoud] is vaak iets positiefs dat men wenst; is soms iets negatiefs dat men wenst
Algemene voorbeelden
Een nadeel van een positief zelfbeeld is dat je jezelf overschat. Bijvoorbeeld een onderneming beginnnen die mislukt. Een voordeel is dat het positieve zelfbeeld bij negatieve gebeurtenissen zorgt voor hoop en voor het gevoel de situatie aan te kunnen.
De hopende christen zit altijd op het puntje van zijn stoel. Want hoop is geen luie strandzetel, maar Gods schopstoel die ons verder jaagt.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- gloren
- er leven
- vervliegen
- er zijn
Terwijl er voor KPN reden tot zorg is, gloort er hoop voor beleggers.
Er leeft bovendien hoop dat de Duitse Bundesbank haar tarieven nog wat laat zakken.
Voor vele mensen, ook binnen de christelijke traditie, die hun heil zochten in de sociale aktie [...], in de wereldwinkel, enz... is de tijd van actievoeren voorbij en de hoop op een betere wereld vervlogen.
Er is hoop voor de wereld, ook in de 21e eeuw.
als object bij een werkwoord
- hoop bieden
- hoop geven
- hoop hebben
- hoop houden
- hoop koesteren
- hoop krijgen
- de hoop opgeven
- zijn hoop stellen in
- zijn hoop stellen op
- de hoop uitspreken dat
- de hoop uitspreken op
- zijn hoop vestigen op
- de hoop voeden
- hoop wekken
Vorige week volgde een nipte nederlaag tegen Graspiepers; de resultaten bieden hoop voor de toekomst.
'Het geeft ons goeie hoop', aldus ploegleider Lefevere gisteren.
Ik had geen hoop meer, maar wel het nodige geduld.
Over zijn rentree op het voetbalveld kon Van Basten, al een jaar nauwelijks in actie geweest, weinig zeggen. 'Ik houd hoop.'
Ik koester de vurige hoop dat Hetty voorlopig niet doodgaat.
Ik kreeg weer hoop en dus bleef ik wachten.
Ik heb de hoop opgegeven ooit nog een klaar beeld van zijn persoonlijkheid te kunnen krijgen.
De onderneming stelt haar hoop in een rendabele uitbating van naburige kleine olievelden via het Heather-platform.
Het plan van Schouppe voorziet niet of nauwelijks in een uitbreiding van de dienstverlening. Hij verwacht geen toename van het binnenlands reizigersverkeer. Terwijl de belastingbetaler zijn hoop stelt op de spoorwegen om te ontsnappen uit het dichtslibbende autoverkeer.
In het rituaal wordt het nieuwe werkjaar officieel geopend en wordt de hoop uitgesproken op een vruchtbaar jaar in goede samenwerking tussen de broeders onderling.
Hij had steeds de hoop uitgesproken dat voor zijn bezoek aan Ierland een datum voor onderhandelingen zou worden bekendgemaakt.
Ze hebben nu hun hoop gevestigd op de rechter.
Dit soort van verhalen die de hoop voeden en de vrees voor een nieuwe overheersing door Rusland helpen bedwingen, hoort men vaker.
Pipeleers zegt met nadruk dat met de experimenten de genezing van suikerziekte niet voor de deur staat. "Ik wil geen valse hoop wekken. Er zijn zo veel suikerzieken in dit land en we kunnen ze ook met deze nieuwe techniek niet genezen."
met adjectief ervoor
- goede hoop
- grote hoop
- ijdele hoop
- iemands laatste hoop
- nieuwe hoop
- stille hoop
- vage hoop
- valse hoop
- vol hoop
- vrome hoop
- vurige hoop
Maar er is goede hoop dat de branche dit jaar herstelt.
Zijn grote hoop is gevestigd op de religieuze dialoog omdat ze de multiculturele wereld mee kan schragen en dragen.
Zo ontstond de ijdele hoop dat de minister en de regering tot inkeer zouden komen.
Goetzke had als speler de top niet bereikt en verloor de laatste hoop daarop na een schouderoperatie.
Maar dit project biedt nieuwe hoop op vervulling van onze wensen.
De vrouw en haar man koesteren de stille hoop dat het toch goed zal komen.
Zij kunnen niet meer dan een vage hoop koesteren dat uiteindelijk de aristocratie tegen de Opperhoutvester zal opstaan.
Valse hoop op beterschap zal de ander afhouden van datgene wat er werkelijk aan de hand is.
De aanbieders van digitale televisie zijn vol hoop over het succes bij het publiek, maar blijven op hun hoede.
Wij willen deze rubriek in de kersttijd dan ook besluiten met de vrome hoop dat zowel de fiskale ambtenaren als de belastingplichtigen van enige redelijkheid blijk mogen geven.
Ik koester de vurige hoop dat Hetty voorlopig niet doodgaat.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- hernieuwde hoop
De obligatiekoersen stegen [...] door hernieuwde hoop op renteverlagingen en doordat de nieuwe vijfjarige lening zeer goed werd ontvangen door de markt.
met voorzetselgroep
- hoop op iets
- de hoop van iemand
- hoop voor iemand
- hoop voor de toekomst
Ze koesterde zelfs nog hoop op een verzoening.
Alle hoop van de mensen in het land is nu op de ex-koning gevestigd.
Volgens haar biedt de nieuwe methode goede hoop voor ernstige stotteraars.
Je merkt echter wel dat de ploeg week na week beter gaat spelen en dat geeft hoop voor de toekomst.
in voorzetselgroep
- in de hoop (om) te
- in de hoop dat
- met de hoop dat
- met de hoop op
- met de hoop (om) te
- tussen hoop en vrees
- tussen hoop en wanhoop
- een teken van hoop
- zonder (enige, veel) hoop (op)
Roswita's vader trakteerde royaal in de kantine, in de hoop ooit burgemeester te worden.
En af en toe keek ik over mijn schouder in de hoop dat hij er nog was.
Alle burgers dragen deze gedachte met de hoop dat de komende generaties bespaard mag blijven, wat onze voorouders in een door oorlogen verscheurd Europa aan leed en nood hebben geleden.
Zij werkten een serie wedstrijden af in Europa met de hoop om bij een club aan de slag te kunnen.
De Nederlandse bedevaartgangers bezoeken Lourdes niet meer met de hoop op een mirakel. Zij worden 'beter' van de religieuze sfeer in Lourdes.
Nà een diagnose komt men los van het energievretende geslinger tussen hoop en vrees.
Hoop/wanhoop: indien bijvoorbeeld laboratoriumuitslagen positiever zijn/worden dan men had durven hopen, het ziekteproces minder progressief is dan men had voorzien of er een tijdelijke verbetering van de situatie optreedt, kan het zijn dat zowel de patiënt als de mantelzorger heen en weer geslingerd worden tussen hoop en wanhoop.
Die duizenden actieve jongeren die nu op straat komen voor een andere globalisering, zijn een teken van hoop.
Want juist een leven met niets meer te verliezen en zonder enige hoop is vaak intens lijden.
met substantief ervoor
- een beetje hoop
- een greintje hoop
- een restje hoop
- een sprankel hoop
- een sprankeltje hoop
- een sprankje hoop
- een straaltje hoop
- een vonkje hoop
Er straalt altijd wel een beetje hoop uit, ook al beeldt het droefenis en herdenken uit.
Je zou er je laatste greintje hoop op een goed resultaat bij verliezen.
Even voor vier uur wordt het laatste restje hoop van de getrouwen de grond in geboord.
Een sprankel hoop op toekomst.
Een sprankeltje hoop nestelde zich in mijn ontreddering, eens gesmolten, zou de sneeuw, die de whisky had opgeslorpt, een bedwelmend aroma bezitten.
Een sprankje hoop aan de horizon van alle doodzieke mensen die wachten op een donor?
Een aarzelend herstel in de pc-afdeling in de voorbije maanden bood een straaltje hoop.
'Verveel jij je nooit,' zei ze toen, en ik meende vreemd genoeg een vonkje hoop te horen.
met telwoord ervoor
- veel hoop
- weinig hoop
Veel hoop op een vreedzame oplossing had hij niet, daarvoor had hij al teveel wapens horen doorladen.
Er bestaat weinig hoop dat er nog overlevenden uit het puin worden gehaald.
met dat-zin
Ik koester trouwens de hoop dat er nog mensen bestaan die niet geheel en al verteerd zijn door angst en leugens en ook niet aangestoken door hoogmoed en haat.
Telkens opnieuw zet hij in, in de hoop dat zijn kansen eindelijk zullen keren, maar het enige resultaat is almaar steigende schulden die hij niet kan afbetalen.
met bezittelijk voornaamwoord
- mijn hoop
- haar hoop
- zijn hoop
- onze hoop
- hun hoop
Ik vestig mijn hoop op het proces van loutering.
Haar hoop was bewaarheid, haar trouw beloond: haar idool was in ere hersteld.
Uit gebrek aan beter heeft de bedrijfstak zijn hoop gevestigd op herhaling van oude successen.
Onze hoop is groot, want wij denken dat zijn komst een heel goede zaak zou zijn.
Ze hebben nu hun hoop gevestigd op de rechter.
met onbepaald voornaamwoord
- alle hoop
- elke hoop
- enige hoop
- iedere hoop
- wat hoop
Hij had alle hoop op succes eigenlijk al opgegeven toen de oorlog uitbrak.
Zij kon elke hoop op een huwelijksaanzoek nu vergeten.
Voor de obligatiehouders DAF gloort intussen toch enige hoop.
Wanhoop is precies wat het is, het is het volkomen werkelijk en terecht ontberen van iedere hoop.
Vrijwel iedere patiënt zal nog wat hoop op beterschap blijven houden.
met ander, nevengeschikt substantief
- hoop en angst
- hoop en geloof
- hoop en liefde
- hoop en verdriet
- hoop en verlangen
- hoop en vertrouwen
- hoop en verwachting
- hoop en vrees
- hoop en wanhoop
Want die waarde wordt volgens Brandes meer bepaald door hoop en angst dan door feitelijke informatie.
'Hoop, geloof en liefde,' zegt hij, 'meer is er niet, maar je zult het ook nooit krijgen.'
En in zijn hart zijn geloof, hoop en liefde tot één knoop verstrengeld.
Een doek van Vermeer duidt op Hollands welvaart, op hoop en verdriet en weet ik al niet wat.
De liefde werd op veel manieren bezongen, smekend en smachtend, vol hoop en verlangen, maar ook met een intens verdriet over een geliefd persoon.
En toch predikt het evangelie niets dan hoop en vertrouwen.
Bij het waterzuiveringsschap leeft sterk de hoop en verwachting dat er dan niets meer te ruiken is.
Dit seizoen zweeft de kernploeg tussen hoop en vrees.
Het natuurlijke gevecht tussen hoop en wanhoop, zin en waanzin, waar iedere verliefde mee moet kampen.
overig
- geen hoop
Nadat we dat hadden gelezen, koesterden we geen hoop meer.
Vaste verbindingen
iemand alle hoop ontnemen
Spreekwoorden
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als deel van een samenstellende afleiding
hoop 1.1
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Algemene voorbeelden
'Christus is onze hoop' (I Tim. 1,1).
Vaste verbindingen
B - opeenhoping
hoop 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een hoop…
is een hoeveelheid
- [Samenstelling] bestaat uit voorwerpen, bijvoorbeeld stenen, kleren, rommel, of uit een stof, bijvoorbeeld zand
- [Ontstaan] ontstaat doordat voorwerpen op elkaar geworpen of gelegd worden, of door het uitstorten van een stof
- [Ordening of volgorde] is ongeordend; is niet netjes opgestapeld
Algemene voorbeelden
Gevallen bladeren zijn in een hoek van de tuinen op een hoop geveegd.
Ook toen hij regenwormen opwoelde uit de hoop teelaarde in de tuin en daarna de visbak op zijn fiets riemde en de hengel in de zeildoekse koker gespte, had hij alles nog onder controle.
Twee avonden in de week gooide Paula de kleren op een hoop, schoof de overige rommel onder het bed en gaf haar oude klanten een gezichtsbehandeling voor de helft van de prijs die Salon Papillon berekende.
Combinatiemogelijkheden
in voorzetselgroep
- op een hoop
- op een hoop gooien
- op een hoop vegen
Het garderobepersoneel had om onduidelijke redenen de jassen buiten op een hoop gegooid.
Gevallen bladeren zijn in een hoek van de tuinen op een hoop geveegd.
Toen ik tenslotte op de hoop stenen terecht kwam brak ik ook slechts twee wervels.
met substantief erachter
- een hoop rommel
- een hoop stenen
- een hoop schroot
- een hoop stront
- een hoop zand
Tussen een hoop rommel staan daar wel een paar oude sofa's.
Die reusachtige hoop stenen ligt hier nu al sinds de kerk in elkaar is gestort.
Hij had een hoop schroot achtergelaten.
Hij vertelde niet dat hij naar de doodzieke colobusaap in quarantaine was gegaan, dat hij had gewacht tot de lijzige verzorger een eind weg was, dat hij met een plastic zak om zijn hand een hoop stront uit het hok had gegrist.
De wind voert nog meer zand aan en zo ontstaat een grote hoop zand: een duin.
Vaste verbindingen
de duivel kakt altijd op een grote hoop
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
hoop 2.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een hoop…
is een hoeveelheid
- [Aantal of hoeveelheid] is heel veel
Algemene voorbeelden
Ja, ik heb een hoop te doen. Na de koffie ga ik weg.
Hoewel het niet altijd rozengeur en maneschijn is, bevalt het werk me uitstekend. Ik kan nog steeds een hoop leren.
Combinatiemogelijkheden
met substantief erachter
- een hoop dingen
- een hoop ellende
- een hoop gedoe
- een hoop geld
- een hoop mensen
- een hoop rommel
- een hoop tijd
- een hoop werk
Gek maar vandaag heb ik geen duikfles gezien en toch een hele hoop dingen bijgeleerd!
Hardop praten over die tegenstellingen kon je een hoop ellende bezorgen.
Er is nog een hoop gedoe met mijn creditcard die niet werkt.
In de stad heb je een hoop geld nodig.
Ik ken een hoop mensen, die een workshop of seminar doen en een nieuwe "jas" van overtuigingen aan hun leven toevoegen.
Is het erg dat de televisie een hoop rommel vertoont?
Naar verwachting kan dat een hoop tijd in beslag nemen.
Maar je hebt als onderwijzer wel een hoop werk, vooral de laatste jaren.
Vaste verbindingen
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
hoop 3.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 3.0 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een hoop…
is een groep
- [Leden] is een groep mensen