horecazaak


horecazaak 1.0

commercieel bedrijf dat logies en/of spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse verstrekt, zoals een hotel, restaurant, snackbar, café enz.; bedrijf uit de horecasector

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een horecazaak…

is een zaak; is een bedrijf

  • [Geheel] behoort tot de horecasector
  • [Activiteit of handeling] verstrekt logies, maaltijden of kleinere eetwaren, dranken e.d. voor consumptie ter plaatse
  • [Voorbeeld of specimen] is bijvoorbeeld een hotel, restaurant, snackbar of café

    Algemene voorbeelden


    Je hebt verantwoordelijkheidsgevoel en ambitie, want je wilt mogelijk je eigen horecazaak openen. De opleiding: Jij leert hoe je vakkundig een restaurant, hotel of café runt. Na de opleiding beheers jij de zakelijke kant van het vak, zoals het overzicht houden op de financiën en de dranken voedingsmiddelenvoorraad.

    http://www.a12.nl/mbo%20opleidingen/horeca%20toerisme%20recreatie%20wellness/horeca/manager%20ondernemer

    Tientallen horecazaken in Gelderland krijgen speciale apparatuur waarmee hun klanten de hoeveelheid alcohol in hun bloed kunnen meten.

    http://www.omroepgelderland.nl/web/nieuwsartikel/808471/Blazen-in-horecazaak-voor-autorit.htm,

    De snackbar is van alle eettentjes duidelijk het meest populair. Bijna 90 procent van de mensen bezoekt weleens een horecazaak en een kwart van deze consumenten komt in snackbars.

    Meppeler Courant,

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding


    horecazaak 1.1

    gebouw waarin een horecazaak gevestigd is

    Betekenisbetrekking


    metonymie
    Betrokken betekenissen 1.0 : 1.1

    Semagram (extra betekenisinformatie)


    Een horecazaak…

    is een gebouw

        Algemene voorbeelden


        Zeer centraal gelegen horecazaak bestaande uit brasserie (150 m²), terras (120 m²), feestzaal (100 m²).

        http://zaken.tweedehands.net/bedrijfsovernames/horecazaak-brasserie-met-feestzaal-poperinge.html

        Woordfamilie


        Als deel van een afleiding