horecazaak 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een horecazaak…
is een zaak; is een bedrijf
- [Geheel] behoort tot de horecasector
- [Activiteit of handeling] verstrekt logies, maaltijden of kleinere eetwaren, dranken e.d. voor consumptie ter plaatse
- [Voorbeeld of specimen] is bijvoorbeeld een hotel, restaurant, snackbar of café
Algemene voorbeelden
Je hebt verantwoordelijkheidsgevoel en ambitie, want je wilt mogelijk je eigen horecazaak openen. De opleiding: Jij leert hoe je vakkundig een restaurant, hotel of café runt. Na de opleiding beheers jij de zakelijke kant van het vak, zoals het overzicht houden op de financiën en de dranken voedingsmiddelenvoorraad.
Tientallen horecazaken in Gelderland krijgen speciale apparatuur waarmee hun klanten de hoeveelheid alcohol in hun bloed kunnen meten.
De snackbar is van alle eettentjes duidelijk het meest populair. Bijna 90 procent van de mensen bezoekt weleens een horecazaak en een kwart van deze consumenten komt in snackbars.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
horecazaak 1.1
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een horecazaak…
is een gebouw
Algemene voorbeelden
Zeer centraal gelegen horecazaak bestaande uit brasserie (150 m²), terras (120 m²), feestzaal (100 m²).