illusieloos 1.0
Algemene voorbeelden
Hij wist dat hij vannacht niet in zijn eigen bed zou slapen. Hij was illusieloos genoeg, vond hij zelf, om dat deemoedig te accepteren.
Illusieloos, door vriend en vijand verlaten, beëindigde de keeper de historische wedstrijd. Zelfs zijn zusje Diana [...], kon het in het vijfde kwartier van de wedstrijd niet meer aanzien.
De scepticus was illusieloos in de meest strikte zin van het woord.
Verstandige opmerkingen kwamen uit de mond van Piet van Eeckhaut, die niet schroomde met negentiende-eeuws aandoende welsprekendheid de illusieloze waarheid in de groep te kwakken: 'Vreselijke misdaden zijn des mensen en van alle tijden.'
Nieuwe vitaliteit was toegestroomd, en het inwendige gedrein over teloorgegane jeugd had plaatsgemaakt voor de obscene punkrock van de illusieloze oude sater.
Zijn vrouw was voor het eerst sinds maanden niet naar de woestijn gegaan, maar lag in Becks bed met een mismaakte die Simon heette. En Beck zelf lag op zijn stretcher, wakker, nog net zo illusieloos als altijd, en met hetzelfde geloof in de reinigende kracht van het doorprikken van illusies, maar toch iets onrustiger dan voor die tijd.
Frans Pointl werd onzacht uit zijn isolement geschud toen hij als 56-jarige debuteerde met de verhalenbundel De kip die over de soep vloog (1989). Een tragikomische kroniek van een illusieloze gelukzoeker die zwicht onder het juk van zijn dominante, joodse moeder.
Geluk is geen zaak van dromen. Het is concrete, zij het uiterst vluchtige realiteit. Het ligt besloten in die momenten van harmonieuze overeenstemming met de werkelijkheid waarvan ik me afvraag of ze niet eerder het illusieloze dier te beurt zullen vallen dan de hoopvolle, verbeeldingsrijke mens.
Orwells politieke en literaire inzichten blijven hardnekkig de achtergrond vormen van een illusieloze vorm van denken.
Gezien Lanoye's illusieloze visie op de (Vlaamse) mens, is het geen wonder dat hij het onder meer gemunt heeft op het Vlaamse Blok en andere flaminganten.
Dit bordeel was de diplomatieke vertegenwoordiging van de toekomstige wereld, een voorproefje op het illusieloze paradijs waar de strijd tegen het zelfbedrog eindelijk was gewonnen, met zijn Georgische vriendin als ambassadeur.
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- illusieloze begeerte
- illusieloze lust
- illusieloze verliefdheid
Een wandelaar heeft de mogelijkheid vaak verliefd te worden; hij komt langs gebouwen, stranden, cafetaria's, groentewinkels, gevuld met onbekende mensen op wie je je illusieloze begeerte kunt richten.
Vooral in het halfdonker van de kleine, smerige kamertjes waar in de schemering de ergste wonden en zwellingen verborgen bleven, daar maakte het niets meer uit, daar kon je je illusieloze lust kwijt.
Zo dook hij van tijd tot tijd onder, om als vuile rat weer op te duiken, met de reisaltaren opgevouwen in zijn binnenzak, niet uitgeknipt natuurlijk. Verstopt, weggemoffeld, opdat de ander op wie hij zijn illusieloze verliefdheid tijdelijk richtte niets zou merken.
- de illusieloze mens
Met een wc-papiertje veegt hij de rand van het toilet schoon. Ze zouden hem moeten zien, de nieuwe, illusieloze mens.
Dit was de plek waar de illusieloze veranderde in een spiritueel mens, hier richtte de illusieloze mens zijn psalmen tot de dove almachtige.
- een illusieloze schilder
- een illusieloze schrijver
Ze zagen in Bacon de ultieme en illusieloze schilder van de condition humaine.
Ieder moet het voor zichzelf beslissen, wat na Dostojevski, Nietzsche en de existentialisten misschien niet zo schokkend meer klinkt, maar juist voor de illusieloze schrijver die louter fragmenten om zich heen ziet en nooit een samenhangend bouwsel, erg prangend is.
met bijwoord
- volmaakt illusieloos
- volstrekt illusieloos
In die ene, onovertroffen seconde wordt de liefde grauw, een schim al, een pijlsnel wegvluchtende schaduw, waarvan onze wellustige handelingen de herinnering bewaren maar ook niet meer dan alleen de herinnering, de lege dop zogezegd, de façade, de buitenkant, ijl en spookachtig en illusieloos. Volmaakt illusieloos.
De huidige generatie (degenen die op het ogenblik het vak vertegenwoordigen) heeft in tegenstelling tot de vorige de schijn mee, omdat ze waar het de mens betreft volstrekt illusieloos lijkt.
met werkwoord
- illusieloos kijken naar iets
Toen ik mijn donderdagavond afsloot met een glas whisky tegen de wanhoop en illusieloos naar Newsnight op BBC2 keek, waar ze het ook over België hadden, hoorde ik mezelf 'Ik ben van Luxemburg' mompelen.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
illusieloos 2.0
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 2.0 |
---|
Algemene voorbeelden
Terwijl zij, schouderophalend, de illusieloze kanttekeningen van de door de nazi's tot werkloosheid gedwongen Kästner vertolkt, huilt de viool van Gregor Kartai bijtende tranen.
't Is duidelijk dat het in dit gedicht één en al predestinatie is wat de klok luidt, maar of hierbij nu de accenten van Augustinus, Calvijn of Erasmus op de voorgrond treden, het valt voor de hedendaagse lezer in het niet bij de illusieloze klacht en de nuchtere angst die maken dat ook hij zich nog steeds in Cruls positie herkent.
Beschaving op vooruitgangsdrift. André Klukhuhns illusieloze inleiding tot de 21ste eeuw.
Combinatiemogelijkheden
met substantief
- een illusieloze blik
Door zijn aliyah naar Israël had hij de omgeving gevonden waarin de illusieloze blik in zijn ogen tot zijn recht kwam.
De verschillen tussen de drie boeken zijn groot, maar constant is de illusieloze blik van Ubaldo Ribeiro, die voor de mensheid, en vooral voor de Brazilianen, zo graag een zonniger perspectief zag weggelegd.
met werkwoord
- illusieloos kijken
Jean Gabin, een illusieloos kijkende deserteur uit het vreemdelingenlegioen, staat in de nacht op een autoweg en probeert een lift te krijgen.