inhoudswoord 1.0
(taal en taalkunde)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een inhoudswoord…
is een woord; is een taaleenheid
- [Geheel] maakt deel uit van de woordenschat van een taal; behoort vaak tot een open categorie, d.w.z. er komen vele nieuwe inhoudswoorden bij
- [Functie] verwijst naar iets of iemand en draagt bij aan de inhoud van de zin
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft een of meer te omschrijven betekenissen
- [Onderscheid of tegenstelling] heeft in tegenstelling tot een functiewoord niet een louter grammaticale functie
- [Voorbeeld of specimen] is bijvoorbeeld een zelfstandig naamwoord (substantivum, substantief), een bijvoeglijk naamwoord (adjectivum, adjectief), een bijwoord (adverbium) of een zelfstandig werkwoord (verbum)
Algemene voorbeelden
Driejarigen kennen de meeste eenvoudige zinstypen (bevestigende zin, vraagzin, ontkennende zin, inversie), maar hun zinnetjes zijn kort, opgebouwd rond inhoudswoorden (zelfstandige naamwoorden, werkwoorden, bijwoorden en bijvoeglijke naamwoorden) en er ontbreken vaak nog functiewoorden zoals voorzetsels, tussenwerpsels, voornaamwoorden, … (bv. Papa huis gaan voor Papa moet naar huis gaan, of Hondje aaien? voor Mag ik het hondje aaien?).
Inhoudswoorden zijn woorden die naar iets verwijzen: een ding, een idee, een activiteit, een plaats of een eigenschap. Inhoudswoorden zijn bijvoorbeeld 'tafel', 'Amsterdam', 'politiek', 'denken', 'snel'.
Het is voor een inhoudswoord bijzonder nuttig en verhelderend om informatie erover in te delen op basis van betekenisonderscheidingen. Als een inhoudswoord meerdere betekenissen heeft, geeft het woordenboek een met cijfers genummerde opsomming daarvan.
De zinnen zijn door verschillende mensen uit heel Nederland voorgelezen. Tien 'naïeve' luisteraars kregen de taak de met nadruk uitgesproken woorden te markeren. Als verwacht zijn de functiewoorden niet of nauwelijks als prominent waargenomen, en de inhoudswoorden als prominent.
Ook het nogal wisselende optreden van tussenklanken lijkt weinig regelmatig: vgl. schaapherder, schaapskooi, schapevlees. Kortom: met de flexie zitten we globaal genomen meer bij de (sterk regelmatige) syntactische, met afleiding en samenstelling meer bij de (weinig regelmatige) lexicale pool (van de inhoudswoorden).
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- lexicale inhoudswoorden
In §2 kijken we naar lokale dependenties, zoals die optreden in het domein van lexicale inhoudswoorden.
in voorzetselgroep
- (de) positie van inhoudswoorden
Verder is er een samenhang gevonden tussen aantal lettergrepen en prominentie, positie van inhoudswoorden in de zin en prominentie, en combinaties van bepaalde woordklassen en een bepaald prominentiepatroon.