insecteneter 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een insecteneter…
is een dier
- [Gedrag] leeft hoofdzakelijk van insecten, maar eet soms ook andere zaken, bijvoorbeeld bessen en zaden
- [Verscheidenheid] is elk dier dat hoofdzakelijk van insecten leeft, bijvoorbeeld een zoogdier, vogel, reptiel, amfibie, vis of insect
Algemene voorbeelden
Insecteneters vangen duizenden insecten per nacht, maar vruchteneters hebben nog meer werk. Ze moeten dagelijks tot drie maal hun eigen gewicht verorberen, omdat fruit zo weinig eiwitten bevat.
Al onze vleermuizen zijn insecteneters. Per nacht kunnen vleermuizen hun eigen gewicht aan insecten oppeuzelen.
De Heggenmus (Prunella modularis) [...]. Voornamelijk een insecteneter. In de winter eet hij ook zaden.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
insecteneter 1.1
(wetenschap; biologie)
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een insecteneter…
is een zoogdier
- [Uiterlijk] is meestal een klein dier met korte poten, kleine ogen, een lange, spitse snuit en een groot aantal spitse tanden
- [Woongebied] komt overal ter wereld voor, behalve in Zuid-Amerika en Australië
- [Gedrag] eet hoofdzakelijk insecten
- [Verscheidenheid] is bijvoorbeeld een egel, stekelvarken, mol of spitsmuis
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Mammalia; Zoogdieren |
Orde | Eulipotyphla; Insecteneters |
Algemene voorbeelden
Binnen de zoogdieren zijn de orde van insecteneters (Eulipotyphla) een bekende groep insecteneters, maar ook binnen de vogels en de vissen zijn er soorten die voornamelijk insecten eten.
Hoewel het woord insecteneter natuurlijk op elk wezen slaat dat insecten eet, heeft het in de biologie een beperktere betekenis. Het woord insecteneter wordt gebruikt voor een groep zeer primitieve zoogdieren. De meeste zijn klein en vele zijn muisachtig van uiterlijk.