A - rund
jak 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een jak…
is een zoogdier; is een dier
- [Afmeting] heeft een schofthoogte van 160 tot 220 cm en is 250 tot 330 cm lang; heeft een staart van 60 tot 100 cm
- [Geluid] gromt; maakt een grommend geluid
- [Kleur] is in het wild zwartbruin, maar komt als gedomesticeerd rund in verschillende kleurvariëteiten voor
- [Bouw] is gewerveld; heeft vier poten
- [Deel] heeft een langharige vacht en grote hoorns; heeft hoog opstaande schouders
- [Functie] wordt door de lokale bevolking gehouden als lastdier en rijdier; wordt tijdens feesten ook gebruikt in races; wordt ook gehouden voor het vlees, de wol, de melk en de mest die gebruikt wordt als brandstof
- [Voortplanting] brengt de jongen levend ter wereld
- [Woongebied] komt voor in Centraal-Azië, met name in de Himalaya en Tibet
- [Leeftijd] wordt 15 tot 25 jaar oud; wordt als jong soms kalf genoemd
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] kan boven de 3000 meter overleven
- [Deskundigheid of vaardigheid] kan goed klimmen
- [Gedrag] is een planteneter; is een herkauwer; is een kuddedier
- [Product of vrucht] levert vlees, wol, melk en mest
Wetenschappelijke naam: Bos grunniens, Bos mutus
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Mammalia; Zoogdieren |
Orde | Artiodactyla; Evenhoevigen |
Familie | Bovidae; Holhoornigen |
Geslacht | Bos; Runderen |
Soort | Bos grunniens |
Algemene voorbeelden
Het bromrund of de jak (Bos grunniens of Bos mutus) (voor 1995 gespeld als yak) is een rundersoort, die voorkomt in Centraal-Azië.
De jak is het belangrijkste dier in Tibet. Het is een soort rund dat de bevolking voorziet van wol, leer, boter en vlees.
De huid van de jak wordt bijvoorbeeld gebruikt om boten van te maken. En van de huid en het haar samen maken de Tibetanen tenten en laarzen. Omdat de jak heel sterk is, kan hij op het platteland de ploeg trekken. Poep als verwarming! De droge mest van de jak is geschikt als brandstof.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
B - kledingstuk
jak 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een jak…
is een kledingstuk
- [Afmeting] is kort of halflang
- [Vorm] is een nauwsluitend vestje of een wat wijder, bloesachtig kledingstuk
- [Deel] heeft mouwen of is mouwloos; heeft doorgaans knopen aan de voorzijde
- [Geheel] is het bovenste deel van een tweedelige klederdracht die bestaat uit een jak en een rok of een jak en een broek
- [Gebruiker] wordt gedragen door vrouwen
Algemene voorbeelden
De vrouw droeg een halflang jak, afgezet met citroengele bontranden.
Martha met een wit hoofddoek, een kersenrood jakje zonder mouwen en een zwarte rok met een blauw schort voor.
Ze droeg een baboesjkadoek over haar hoofd, een groen jak en veellagige, klokkende rokken.
Ik kon me haar moeiteloos voorstellen in een zwart satijnen plooirok, geborduurd jak, baleinen kraag en met het haar in zo'n ingewikkelde knoedel bovenop het hoofd.
Hij bewonderde haar nationale klederdracht, het drommels aardige zwarte jakje, de drommels aardige witte blouse, bestikt met korenbloemen en afgezet met franjes aan de mouwen, en de drommels aardige zwarte laarzen die drommels aardige benen om te strelen bekleedden.
Vaste verbindingen
jak en rok
-
tweedelige klederdracht die bestaat uit een jak en een rok
Fries kostuum. Jak en rok van blauw-groen gebloemde katoen met okerkleurige accenten, machinaal genaaid.
Hun kleding bestond uit: een katoenen slaapmuts, ofwel een ouden hoed of muts op het hoofd; een versleten of omgekeerde frak of vest, een gescheurde jak en rok om het lijf.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
jak 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een jak…
is een kledingstuk
- [Afmeting] is kort; reikt tot de heupen
- [Gebruiker] wordt gedragen door mannen of vrouwen
Algemene voorbeelden
Ze laat het schapebonten jakje van haar schouders glijden en langs haar lichaam omlaag zakken. Pas als het halverwege haar armen is, opent ze de sluitingen ervan. Deze bestaan uit houten kogels in stropjes van gevlochten leer.
Kinderen en vrouwen met bundeltjes in de hand, een man op een ezeltje, een ruiter op een klein paard gekleed in de leren dracht van de vaqueiros, de cowboys van Brazilië. Een leren broek met open kruis, een leren jak, een leren hoed gemodelleerd naar de oude helmen der Portugese veroveraars en dit alles gescheurd en verkleurd en grauw, altijd grauw.