kalfshaas 1.0
spier uit de rug van een kalf, gelegen vlak naast de wervelkolom aan de binnenzijde
van de ribben; stuk kalfsvlees dat wordt gevormd door de rugspier die gelegen is naast
de wervelkolom aan de binnenzijde van de ribben
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kalfshaas…
is een stuk vlees
- [Vorm] is smal en langwerpig en eindigt aan de ene zijde op een punt
- [Herkomst of oorsprong] is afkomstig van de rug van een kalf; is een spier die tegen de wervelkolom aan ligt aan de binnenzijde van de ribben
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is zeer mals; bevat geen bindweefsel; is mager
- [Behandeling of bewerking] wordt in zijn geheel gebraden of in biefstukjes gesneden en gebakken
Algemene voorbeelden
Naast de gerechten zoals Tournedos met sjalotten en een kalfshaas met truffelsaus biedt het restaurant ook vegetarische gerechten aan, kindermenu's, Zeeuwse kreeft én een verrassingsdiner van onze chef kok.
Het puntstuk van een kalfshaas van 180 g.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
kalfshaas 1.1
vlees dat afkomstig is van een kalfshaas
Betekenisbetrekking
Betrokken betekenissen | 1.0 : 1.1 |
---|
Semagram (extra betekenisinformatie)
Kalfshaas…
is vlees
Algemene voorbeelden
Ingrediënten: 600 gr kalfshaas; 1 kleine bloemkool; 400 gr geschilde kruimige aardappels; ½ dl room; ½ dl melk; 1 eidooier [...]; kalfsjus; olijfolie; peper en zout.
Kalfshaas is het malste en mooiste deel van het kalf. Biefstuk van de haas is hetzelfde als een tournedos, de kalfshaas is dan in dikke plakken gesneden.