kamsalamander

De grootste, de zeldzaamste en de mooiste watersalamander uit onze streek is de Kamsalamander (Triturus cristatus) met zijn gele gevlekte buik en mooie bruinzwarte kam op de rug.

De grote wateroppervlaktes van de kreken die omringd zijn door brede rietkragen en voedselrijke ruigtes, vormen het foerageergebied van de zeldzame Meervleermuis, terwijl de kleinere plassen die verspreid in de graslanden gelegen zijn, het leefgebied vormen van talrijke amfibieën waaronder de Kamsalamander.

De kamsalamander is met zijn 14 tot 18 centimeter lengte de grootste van onze inheemse watersalamanders. Tijdens de voortplantingsperiode zijn de mannetjes makkelijk te herkennen aan de fors getande rugkam, die doorloopt tot aan het einde van de staart. Aan dit opvallende kenmerk dankt de soort zijn naam. De kamsalamander geeft de voorkeur aan stilstaand water met dichte begroeiing van waterplanten.

De kamsalamander is een sterk bedreigde salamandersoort. In Drenthe zijn nog maar enkele plaatsen waar de soort zich kan handhaven.

Watersalamanders, bergsalamanders en vuursalamanders behoren tot de familie van de Salamandridae. Ze onderscheiden zich van andere salamanders uit hun familie doordat ze geen verticale ribgroeven aan de zijkanten van het lichaam hebben. Sommige soorten uit deze groep kunnen overigens ook in Nederland en België worden aangetroffen, zoals de vuursalamander, de kleine watersalamander, de kamsalamander en de alpenwatersalamander.

De kamsalamander is behoorlijk zeldzaam, maar wint weer aan terrein. In Drenthe wordt het diertje als 'bedreigd' aangemerkt, maar in heel Nederland zelfs als 'ernstig bedreigd'. Deze salamander wordt zo'n achttien centimeter groot, de paartijd begint eind maart en het vrouwtje zet in de periode april/juni de eieren af. Na vijf jaar is het dier geslachtsrijp en ze overwinteren op vorstvrije plekken. Volgens Rienko van der Schuure zijn er zelfs kamsalamanders op bomen gesignaleerd.