kapelmeester 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kapelmeester…
is een musicus; is een persoon
- [Rang of hiërarchische positie] staat aan het hoofd van een muziekkapel, een muziekkorps
- [Activiteit of handeling] geeft leiding aan de muzikanten en dirigeert
Algemene voorbeelden
Omdat dirigent Richard Grobben ontbrak moesten De Esdal Muzikanten uit Veeningen het met een 'vreemde' dirigent doen. Martin Oosterwijk werd voor een half uurtje tot kersverse kapelmeester gebombardeerd.
Een circusorkest bestaat om zo fors mogelijk te onderstrepen hoe onnavolgbaar de circusnummers zijn, en dus wond de kapelmeester zich op, trok smoelen en gooide zijn breed vliegende dirigeerarmen omhoog.
Onze kapelmeester werd in 1967 te Almelo geboren. Hij is een rasechte tukker. Op jonge leeftijd verhuisde hij met zijn ouders naar Vriezenveen waar in 1978 zijn muzikale carrière begon bij de Vriezenveense Harmonie.
Combinatiemogelijkheden
in voorzetselgroep
- onder leiding van kapelmeester
Onder leiding van kapelmeester Gerrit te Vaarwerk uit Vollenhove kwamen de Toutenburgher Muzikanten voor het voetlicht.
De Amsterdam Staff Band staat sinds 1 september 2009 onder leiding van kapelmeester Olaf Ritman.
Na een tweede optreden van de drumband was het 'De Woldbloazers' onder leiding van kapelmeester Arend Middelveldt die met vrolijke klanken de goede uitvoering van de muziekvereniging 'Sempre Sereno' beëindigde.
In het dorpshuis in Linde gaf de tirolerkapel De Lindelanders het jaarlijkse koffieconcert. Onder leiding van kapelmeester Jody van Overbeek bliezen de Lindelanders in een opzwepend tempo het nieuwe repertoire van het seizoen de zaal in.
- kapelmeester van iets
Arno Beerts, kapelmeester van Egerländerkapel 'de Postjagers' en tambour-maître van Gruno's Postharmonie, is zaterdag 8 oktober, na het eeuwconcert, plotseling overleden.
met eigennaam
Kapelmeester N. J. Gerharz (1872-1939) was twaalf jaren dirigent van de Stafmuziek in Batavia.
Woordfamilie
Als deel van een afleiding
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
kapelmeester 1.1
(archaïsch)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kapelmeester…
is een musicus # orkestleider; leider; is een persoon
Algemene voorbeelden
In de 18de eeuw waren er in Centraal Europa uitstekende kapelmeesters in overvloed.
Beethovens grootvader, Lodewijk, kwam uit Mechelen en was kapelmeester in Bonn; zijn vader, Johann, werkte daar als tenorzanger.
Combinatiemogelijkheden
met voorzetselgroep
Voorzetsel: van
- kapelmeester van iets
Wolfgang Amadeus Mozart werd geboren in 1756. Zijn vader was violist en kapelmeester van het aartsbisschopelijk orkest te Salzburg.
Na de bekroonde uitgave van Zelenka's Missa Sanctissimae Trinitatis door het barokorkest Musica Florea, verschijnt nu een tweede cd van deze goede groep. Het gaat om instrumentale en vocale werken van de kapelmeester van de bisschoppelijke kapel in Kromeriz, Pavel Josef Vejvanovsky.
- kapelmeester van iemand
Ontroerend is 'Qu'es de ti, desconsolado?' van de kapelmeester van de Hertog van Alva, Juan del Enzina, een ballade op de val van Granada, triomfantelijk om de overwinning van het kristendom, klagelijk ook om ondergang van het sprookjesachtige moorse koninkrijk.
- de functie van kapelmeester
Na de Spaanse furie, een bloedige opstand van Spaanse soldaten, vluchtte De Castro in 1577 uit Antwerpen en belandde via Duitsland in Lyon bij vrienden. Blijkbaar kwam hij tijdens zijn tocht in contact met het hof in Düsseldorf, want hij kreeg een compositieopdracht en later, in 1588, de functie van kapelmeester.