kapster 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kapster…
is een persoon
- [Geslacht] is een vrouw
Algemene voorbeelden
Voor het juiste verzorgingsproduct voor uw haar vraag het de kapster in de kapsalon.
De heer is waarlijk opgestaan, zei hij toen hij moeizaam uit de kappersstoel overeind kwam. Zijn zwarte schoenen stonden in een cirkeltje van grijze plukken haar. Hij trok zijn portemonnee. Met een schuier borstelde de kapster de schouders van zijn jasje.
De kapster wees met haar roze gelakte nagels op de stoel. Hij ging zitten, zette zijn voeten op de steun onder de wasbak. Hij voelde hoe haar vingers het kapperslaken over de kraag van zijn overhemd instopten. Een vlaag kippenvel trok over zijn rug.
De meeste kapsters bij Lensen hebben een praktijkopleiding gehad in de kapsalon gekoppeld aan een studie gedurende één dag in de week, het zogenaamde leeelingstelsel. 'Je leert vooral ook de sociale en communicatieve vaardigheden die in dit vak erg belangrijk zijn.'
Kapsters in zowel het dames- als herenvak lijken goed te draaien. Je zult maar model zijn bij de dameskapster. Met haren tot bijna op de heupen komen de modellen binnen, om vervolgens met kort geknipte rattekoppies weer te vertrekken.
In sommige beroepen (vooral staande beroepen, zoals kapsters, leerkrachten, winkel- en horecapersoneel, verpleegsters etc.) loopt men meer risico op het krijgen van spataderen. Oorzaak is het langdurig staan, onder invloed van de zwaartekracht zakt het bloed naar de onderbenen en onstaan juist daar als eerste spataderen.
Alle mensen die herhaaldelijk en lang achter elkaar dezelfde beweging maken lopen het risico RSI te ontwikkelen. Daarbij moet gedacht worden aan bv cassieres, kapsters, werknemers in de tuinbouw, lopende bandwerkzaamheden e.d. RSI ontstaat doordat men vaak in een starre houding dezelfde beweging blijft maken.
De kapsters, kleedsters en grimeurs helpen de zangers en zangeressen bij het aankleden en het opmaken van de acteurs. Als iedereen opgemaakt en aangekleed is en het decor en licht zijn in orde kan de voorstelling beginnen.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- knippen
Ik ga eenmaal in de zes weken naar de kapper. Dat is voor mij een uitje. Meestal op donderdagavond. Mijn kapster knipt mijn haar nonchalant kort en kleurt het met Re-Nature van Schwarzkopf. Een wondermiddel waarmee de grijze haren de natuurlijke eigen kleur aannemen.
met koppelwerkwoord
- kapster worden
- kapster zijn
Kinderen die er niet in slagen een gezegde van een lijdend voorwerp te onderscheiden, kunnen het vergeten. Die kunnen hooguit kapster worden, of verkoopster. Coiffeuse of vendeuse. Als ze geluk hebben.
Katja is kapster, dat vak blijft ze ook uitoefenen, maar ze zal daarnaast twee dagen haar man in de winkel helpen.
Toen had ze er haar vingers een keer doorheen getrokken, door dat lange blonde haar. 'Er zitten knopen in, weet je dat?' 'Ja, altijd als het lang is. Ik moet eigenlijk naar de kapper.' 'Zal ik het doen?' 'Kun je dat?' 'Ik ben kapster, heb ik je dat nooit verteld?'
met bezittelijk voornaamwoord
- mijn kapster
Zou u bij een diëtiste te rade gaan die zelf kilo's op overschot heeft? Misschien wel, maar u zou het op zijn minst vreemd vinden. Eenzelfde wat wee gevoel overvalt mij telkens als ik bij mijn kapster langsga. Niet omdat mijn kapster vooral dames voorziet van krulspelden, ik woon in een dorp en daar werken de haarknippers nog uniseks. Maar haar kapsel. Haar kapsel getuigt van geen greintje fantasie.
Ga eens mee naar mijn kapster in de Vogelbuurt in Den Haag. Die knipt als een aartsengel, al is ze getikt.
met ander, nevengeschikt substantief
- kappers en kapsters
De 45 kappers en kapsters waren allemaal zeer enthousiast over de nieuwe snijtechniek. 'Je krijgt er mooie en zachte lijnen van', merkte één van de kappers op.