kerstperiode 1.0
periode rond Kerstmis, en, als kalenderperiode specifieker: de tijd tussen kerstavond
24 december en Driekoningen op 6 januari
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kerstperiode…
is een periode
- [Deel] heeft als belangrijkste dag 25 december of Kerstmis, vanuit kerkelijke optiek de feestdag ter herdenking van de geboorte van Christus
- [Duur] duurt als kalenderperiode van kerstavond 24 december tot Driekoningen op 6 januari
- [Tijd] situeert zich rond Kerstmis
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] gaat gepaard met het plaatsen en versieren van een kerstboom, het kopen en geven van geschenken, het sturen van wenskaarten en feestvieren; is voor veel werknemers en voor scholen een vrije periode
Algemene voorbeelden
We kunnen wegzinken in die gemoedelijke sfeer en er alvast van dromen welke cadeautjes we straks zullen openmaken… de kerstperiode: een zalige tijd: sfeervolle winkelstraten, kerstmarktjes.
In de kerstperiode ruikt alles even lekker: de sierlijke kerstboom, de sudderende kalkoen, de dampende taart.
Drie miljoen poststukken wachten op verzending [...]. Tijdens de kerstperiode komen daar een paar miljoenen wenskaarten bij.