keun 1.0
((vooral) in België)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een keun…
is een zoogdier; is een dier
Wetenschappelijke naam: Oryctolagus cuniculus
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Mammalia; Zoogdieren |
Orde | Lagomorpha; Haasachtigen |
Familie | Leporidae; Hazen en konijnen |
Geslacht | Oryctolagus |
Soort | Oryctolagus cuniculus |
Algemene voorbeelden
"Als het vrouwke content is, ik ook", loog hij. Intussen heeft hij - naast het poepen lijk een keun - een voltijdse baan aan het bijmaken van kamers, zodat iedereen z'n eigen stek heeft in een nochtans doorsnee woning.
Ons keun heeft de kabel van de TV doorgebeten.
Van hazen, keuns en witte kerstdagen is een komisch toneel in drie bedrijven over de dagdagelijkse toestanden van vroeger en nu, geplaatst in een typische sfeer rond Kerstmis.
'Hoe heet dat beest ook weer?' 'Een gans?' 'Nee.' 'Een lemming?' 'Maar neen, Fazio! Ik zou het anders duizend keer zeggen.' 'Heeft het pluimen?' 'Nee. Een vacht.' 'Een keun .' 'Een wat?' 'Een keun. Je weet wel, een keun.'
'Het vel van de beer godbetert... Waarom niet het vel van het keun?' 'Het wat?' 'Het keun.' 'Ja, dat diertje heeft ook een mooi vel.' 'Daar worden vele jassen van gemaakt. De dieren zijn altijd de eerste slachtoffers van de jassenindustrie.'