kleiboer


kleiboer 1.0

iemand die boert op kleigrond; boer die op kleigrond woont en werkt

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een kleiboer…

is een persoon

  • [Plaats] beoefent zijn bedrijf op kleigrond
  • [Activiteit of handeling] teelt of weidt op kleigrond

    Hoofdsemagram: boer


    Algemene voorbeelden


    Ze stalen het land van de kleine boeren, gooiden de pachters van hun grond, dwongen de kleiboeren - fabrieksarbeiders - pachtboertjes - om voortaan alleen vlas voor de textielindustrie te verbouwen, niets anders: elk ander gewas werd met vuur bestreden.

    De Hunnen. Dl. 3: Vrede, Jan Cremer,

    Waar in het verleden de kleiboer soeverein heerste over de aardappelteelt, lijken zij nu ook achter de fanfare aan te lopen. Door de opkomst van betere rassen, betere bemestingsmethoden en betere mechanisatie zijn een aantal telers in de zandgebieden in staat geweest om in zeer korte tijd naar grote oppervlakte aardappelen te groeien.

    http://www.ziezo.biz/nl/25222685-%5BLink_page_HOME%5D.html?opage_id=25253830&location=-1443573796264454,10401578,true,true,true

    In zijn toneelstuk 'Zand en Klei' zien we iets terug van deze David-Goliath-verhouding. Met dit verschil dat de gebeurtenissen zich hier afspelen op het platteland, waar de rijke kleiboeren de arme zandboeren in hun macht hebben. De kleiboeren kopen steeds meer grond aan van de kleinere boeren, waardoor zij steeds verder in de verdrukking komen.

    http://www.scherper.nl/200903041373/Toneelgroep_K.A.T._brengt_met_%E2%80%98Zand_of_Klei%E2%80%99_luchtige_komedie.html

    Woordfamilie


    Als deel van een afleiding