kopvoorn 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kopvoorn…
is een vis; is een dier
- [Afmeting] is 30 tot 60 cm lang
- [Kleur] is zilverkleurig met een groenige rug en de vinnen zijn vaak roodachtig
- [Vorm] heeft een spoelvormig lichaam en een platte, brede kop met een brede bek
- [Bouw] is gewerveld
- [Deel] heeft een bolvormige anaalvin
- [Voortplanting] legt eieren
- [Plaats] leeft in zoet water; leeft in langzaam tot snel stromend water, is nu minder dan vroeger te vinden, maar leeft bv. nog wel veelvuldig in beken als de Geul
- [Woongebied] komt voor in Europa
- [Tijd] kan 22 jaar oud worden
- [Gedrag] is een alleseter; leeft als jonge vis meestal in scholen
- [Gelijkenis] wordt vaak verward met een winde of windvoorn
- [Onderscheid of tegenstelling] is te onderscheiden van een winde doordat een kopvoorn een bolvormige in plaats van een holvormige anaalvin heeft, geen rond maar een spoelvormig lichaam heeft en nooit een hoge rug krijgt
Wetenschappelijke naam: Squalius cephalus
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Actinopterygii; Straalvinnigen |
Orde | Cypriniformes; Karperachtigen |
Familie | Cyprinidae; Eigenlijke karpers |
Geslacht | Squalius |
Soort | Squalius cephalus |
Algemene voorbeelden
Tijdens het vissen op brasem in woelig water vangt men natuurlijk ook wel eens andere vis. Bijvoorbeeld een grote blankvoorn, of een winde, zelfs een kopvoorn.
De winde lijkt op de kopvoorn, maar heeft een ronder lichaam, kleinere schubben en de anaalvin is holrond.
De kopvoorn is, evenals de winde, een grote beekvis. Hij komt overal voor in vrij ondiepe, sterk stromende beken en rivieren. In de paaitijd trekt de kopvoorn naar de bovenlopen. De vis leeft van alles wat hem voor de bek komt.
Redeke (1941) noemt het voorkomen van kopvoorns in het noorden van Nederland. Hiervoor ontbreekt overtuigend bewijs uit meer recente tijden. Mogelijk is sprake van verwarring met de winde.
De winde is een stroomminnende vis die vaak met de kopvoorn (beide 'meun' genoemd) wordt verward.