kraamperiode 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kraamperiode…
is een periode; is een tijd
- [Duur] duurt ongeveer een week of in ruimere opvatting een zestal weken
- [Tijd] begint na de bevalling
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] gaat gepaard met kraambedbegeleiding en rust voor de bevallen vrouw
Algemene voorbeelden
Er wordt onderscheid gemaakt in de kraambedbegeleiding (de eerste tien dagen van de kraamperiode) en de kraamperiode (de gehele periode tot zes weken post partum).
De kraamperiode of het puerperium beslaat een periode van 6 weken. In die tijd vindt de ontzwangering plaats: de uterus is na zes tot acht weken volledig geïnvolueerd. De weefsels in het kleine bekken en de bekkenbodem hebben na drie tot vier maanden hun normale consistentie. Veel vrouwen voelen zich een jaar na de bevalling pas weer helemaal hersteld.
De zorg van een verloskundige reikt tot de eerste zes weken na de bevalling. In de eerste week na je bevalling, de kraamperiode, komen we diverse keren bij je thuis op visite voor begeleiding en controle van jou en je kindje.
De eerste 8 dagen na de geboorte van uw kind noemen wij de kraamtijd. In deze periode zal een kraamverzorgende een aantal uren per dag bij u in huis zijn en een deel van de zorg voor u en uw kind op zich nemen [...]. Ook de verloskundige komt tijdens de kraamtijd een aantal keren langs. In principe zijn er in de kraamperiode 3 á 4 huisbezoeken van de verloskundige.
Joice biedt hulp bij de bevalling, doet het huishouden tijdens de maximaal tien dagen durende kraamperiode, schenkt koffie in voor de visite en brengt nieuwe moeders de fijne kneepjes bij van 'baby-verzorging'.
De kraamverzorgende werkt tijdens de kraamperiode bij u thuis. Zij doet de volgende taken: - ze assisteert de verloskundige of huisarts bij de bevalling - ze ondersteunt u en uw partner tijdens de bevalling - zij verzorgt u en uw baby - ze geeft voorlichting en advies over de verzorging en voeding van uw baby - ze zorgt voor het gezin en het huishouden.
Combinatiemogelijkheden
met ander, nevengeschikt substantief
- de bevalling en de kraamperiode
De kraamverzorgster ziet er op toe dat de hielprik verricht wordt. Tevens houdt zij een zogenaamde kraamdossier bij. Tijdens de bevalling en de kraamperiode worden alle belangrijke zaken hierop ingevuld, ook met het oog op de latere zorg. Bijzonderheden over moeder en kind worden in dat dossier nauwkeurig genoteerd. Zo ontstaat een duidelijk overzicht van de kraamperiode en beschikt u na afloop over een waardevol document.
Door deze overdracht weet de wijkverpleegkundige precies hoe de bevalling en de kraamperiode verlopen is en loopt deze zorg vloeiend in elkaar over.
kraamperiode 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kraamperiode…
is een periode; is een tijd
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] gaat gepaard met de geboorte van dierenjongen
Algemene voorbeelden
De meest gevoelige periode is de kraamperiode van mei tot en met juli. Er moet dan voldoende voedsel gevonden worden om de jonge vleermuizen groot te kunnen brengen.
Zeugen die moeten werpen hebben een heel sterke drang om een nest te bouwen. In de bio-industrie hebben ze daar echter geen materiaal voor. Bij het werpen en tijdens de kraamperiode van drie à vier weken wordt de zeug in een kraambox opgesloten zonder strooisel en met zeer beperkte bewegingsruimte, om doodliggen van de biggen te voorkomen.
Midden in de kraamperiode van de das is illegaal een houtwal gerooid. Pijpen van een aanwezige dassenburcht zijn verdwenen. Het is niet bekend of er dassen zijn gedood.