kwabaal 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een kwabaal…
is een vis; is een dier
- [Afmeting] is 30 tot 120 cm lang
- [Kleur] is als jonge vis donker tot zwart en heeft als volwassen exemplaar marmerachtige vlekken met gele, lichtbruine en roodachtige tinten
- [Vorm] heeft een langgerekt lichaam
- [Bouw] is gewerveld
- [Deel] heeft afgeronde vinnen waaronder een zeer lange rug- en aarsvin en is goed herkenbaar aan de enkele baarddraad aan zijn kin en heeft twee kleine baarddraden bij zijn neus; heeft een brede, afgeplatte kop en een licht overstandige, grote bek
- [Voortplanting] legt eieren; paait bij lage temperaturen in de winter en in het voorjaar waarbij ook de watertemperatuur laag moet zijn, omdat de larven sterven bij temperaturen boven de zes graden Celsius
- [Plaats] leeft in diep, schoon, helder, zoet water
- [Woongebied] komt voor in Noord-Amerika, Azië en Europa boven de 40ste of 45ste noorderbreedtegraad
- [Leeftijd] kan 20 jaar oud worden, maar wordt gemiddeld 10 tot 12 jaar oud
- [Gedrag] is een vleeseter; houdt zich overdag schuil in holtes en dieptes en is vooral 's nachts in koude seizoenen actief
- [Waardering] is traditioneel een ingrediënt van "Gentse waterzooi" en schijnt een zeer smakelijke vis te zijn, maar wordt nauwelijks meer gegeten omdat deze vis nog maar weinig voorkomt
- [Kostbaarheid] is sinds de jaren vijftig en zestig in de Lage Landen een zeer bedreigde of zelfs verdwenen vissoort, die in België sinds 1999 weer opnieuw uitgezet wordt
- [Onderscheid of tegenstelling] leeft in tegenstelling tot andere kabeljauwachtigen in zoet water
- [Betrekking of relatie] is een kabeljauwachtige en dus geen familie van de aal
Wetenschappelijke naam: Lota lota
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Chordadieren |
Klasse | Actinopterygii; Straalvinnigen |
Orde | Gadiformes; Kabeljauwachtigen |
Familie | Lotidae; Kwabalen |
Geslacht | Lota |
Soort | Lota lota |
Algemene voorbeelden
In het voorjaar van 1991 stootte de Gasunie bij grondwerkzaamheden voor een gasleiding nabij Orvelte op botresten van een mammoet [...]. Men vond in de buurt de resten van vissoorten als tiendoornige stekelbaars, pos, kwabaal en winde; vissen die ook nog voorkomen in Noordwest Europa.
Kwabaal (Lota lota (Linnaeus, 1758)). Habitateisen en knelpunten. De kwabaal komt voor in helder stromend water of in betrekkelijk schone, diepe meren.
Onderzoekers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) vingen donderdag in Balen de eerste kleine kwabaal die geboren en opgegroeid is in de Grote Nete. Kwabaal of zoetwaterkabeljauw verdween uit onze waterlopen in de jaren vijftig en zestig [...]. De kwabaal kwam in bijna elke waterloop in Vlaanderen voor en was het authentieke visingrediënt van de Gentse waterzooi.
Kwabaal of zoetwaterkabeljauw verdween uit onze waterlopen in de jaren '50 en '60. De kwabaal is de enige kabeljauw die leeft in zoet water. Volwassen kwabalen eten bijna alleen maar vis en kunnen tot meer dan 1 meter groot worden.
Een kwabaal zie je zelden nog in Nederland, dit omdat deze vis een erg bedreigde diersoort is [...]. De kwabaal heeft een langgerekt lichaam [...] met een brede, afgeplatte kop. Dit beest heeft een licht overstandige, grote bek. Vooral is dit beest te herkennen aan zijn baarddraden namelijk: 1 lange opvallende baarddraad midden op de onderkaak en 2 kleinere baarddraden op de neusgaten.
De kwabaal hoort tot de kabeljauwachtigen en heeft opvallende mengsels van kleuren over zijn lichaam heen, vaak lichtbruin/rood tot geelachtig met donkere marmering. De buikvinnen zijn nog voor de borstvinnen geplaatst. Ook erg herkenbaar is dat de eerste rugvin vrij kort is en de tweede rugvin (+ de aarsvin) extreem lang. Gemiddeld wordt de kwabaal 30 tot 60 cm groot. Maximaal tot 100 cm.
De Engelse naam voor de kwabaal is 'burbot'. In het Duits heet hij 'Quappe' of 'Rutte'. Ook in Nederland bestaan er vele verschillende benamingen voor deze vis. Nijssen & de Groot (1987) noemen de volksnamen 'aalkwab', 'aalpad', 'aalskoet', 'kwab', 'kwabbe', 'kwalaal', 'kwakaal', 'merkor', 'pudde', 'puitaal', 'rauwweeraal' en 'weeraal'. De bijnaam 'puitaal' is zeer verwarrend, aangezien er ook een zeevis bestaat (Zoarces viviparus) met als officiële naam puitaal. Ook de bijnaam 'weeraal' kan verwarring opleveren, doordat deze bijnaam ook voor de grote modderkruiper (Misgurnus fossilis) gebruikt wordt (OVB, 1986). Het woord 'kwab' verwijst volgens de woordkunde naar iets 'slijmerigs', 'lilligs' of 'weeks'. De naam kwabaal is dus niet bepaald een koosnaampje (Lucas, 1996).