maart


maart 1.0

derde maand van het jaar

Semagram (extra betekenisinformatie)


Maart…

is een maand; is een periode; is een tijd

  • [Deel] bestaat uit 31 dagen
  • [Geheel] maakt deel uit van het jaar en is een wintermaand en, vanaf 21 maart, een lentemaand
  • [Rang of hiërarchische positie] is de derde maand van het jaar op de gregoriaanse kalender
  • [Duur] duurt 31 dagen
  • [Ordening of volgorde] wordt voorafgegaan door de maand februari en gevolgd door de maand april
  • [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] is de maand waarin de lente begint

Algemene voorbeelden


Het was de tweede klassieker-zege voor de 28-jarige Fondriest dit seizoen, nadat hij in maart Milaan-Sanremo had gewonnen.

NRC,

Soms kon het eind maart bijna aanvoelen alsof het lente was, maar dit jaar niet.

De wolvenlus, Nicholas Evans,

Heinrich Ernst August Drechsler werd geboren op 11 maart 1832 in de streek van Hameln aan de Wezer als zoon van de meester-schrijnwerker Friedrich Otto Wilhelm Drechsler en zijn echtgenote Justine, geboren Tiedje.

Het onvermogen, Giovanni Peirs,

De 637 locatieleiders van basisscholen worden vanaf 1 maart weer net zo goed betaald als schooldirecteuren.

Reformatorisch Dagblad,

Met veel tamtam ging World Online in maart 2000 de beurs op.

http://www.nos.nl/archief/nieuws/dossiers/worldonline/2000/portal/beginpagina.html,

Maurice de Hond heeft nog een lange weg te gaan om zijn Newconomy op stoom te krijgen. Zijn geesteskind heeft in het eerste kwartaal een nettoverlies geboekt van 6,7 miljoen euro, zo heeft het bedrijf gisteren bekendgemaakt. De omzet over het afgelopen kwartaal bedroeg een kwart miljoen euro. Het eigen vermogen per 31 maart 2001 was 23,6 miljoen euro.

http://www.computable.nl/artikels/financi1/f2201sji.htm,

Combinatiemogelijkheden


met adjectief ervoor


  • aanstaande maart

  • de koude maarten

Aan de hand van de koude maarten vorige 2 eeuwen wist ik dat dit in theorie mogelijk was, maar je denkt 'dat maak ik niet mee in m'n leven'.

https://www.weerwoord.be/m/1817005,

met adjectivisch voltooid deelwoord


  • afgelopen maart

met voorzetselgroep


  • in maart van dat jaar
  • in maart van dit jaar
  • in maart van vorig jaar
  • 4 maart om 15.00 uur
  • 11 maart om 16.00 uur enz.

in voorzetselgroep


  • half maart
  • in maart
  • midden maart
  • na maart
  • per maart
  • rond maart
  • sedert maart
  • sinds maart
  • tegen maart
  • tot maart
  • vanaf maart
  • van maart tot mei
  • de derde, laatste enz. week van maart
  • de derde, laatste enz. dag van maart
  • de eerste zaterdag, zondag enz. van maart

met substantief ervoor


  • begin maart
  • eind maart
  • de maand maart
  • (vorig) jaar maart

met telwoord ervoor


  • 1 maart
  • 2 maart
  • 3 maart
  • 4 maart
  • 5 maart
  • 6 maart
  • 7 maart
  • 8 maart
  • 9 maart
  • 10 maart
  • 11 maart
  • 12 maart
  • 13 maart
  • 14 maart
  • 15 maart
  • 16 maart
  • 17 maart
  • 18 maart
  • 19. 20 maart
  • 21 maart
  • 22 maart
  • 23 maart
  • 24 maart
  • 25 maart
  • 26 maart
  • 27 maart
  • 28 maart
  • 29 maart
  • 30 maart
  • 31 maart
  • vier maart
  • de tweede maart
  • de derde maart
  • de vierde maart
  • de vijfde maart

met telwoord erachter


  • maart 1940
  • maart1944
  • maart 1956
  • maart 2000
  • maart 2018 enz.
  • maart '56
  • maart '97
  • maart '98 enz.

met aanwijzend voornaamwoord


  • maart dat jaar
  • maart dit jaar

overig


( Met bijwoord ervoor.)
  • medio maart

Spreekwoorden


Woordfamilie


Als deel van een afleiding


Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen