meeuw 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een meeuw…
is een vogel; is een dier
- [Afmeting] is, afhankelijk van de soort, ruim 25 cm tot ruim 70 cm lang
- [Geluid] krijst; maakt een krijsend geluid
- [Kleur] is hoofdzakelijk wit, grijs en zwart, mede afhankelijk van de soort
- [Bouw] is gewerveld; heeft twee poten
- [Deel] heeft een stevige, vrij lange en aan het uiteinde licht neerwaarts gebogen snavel en steltpoten met zwemvliezen tussen de tenen
- [Voortplanting] legt eieren
- [Plaats] leeft vooral in kustgebieden en in het binnenland meestal bij water, maar soms ook in de stad
- [Woongebied] komt vrijwel over de hele wereld voor, maar toch wel vooral op het noordelijk halfrond
- [Leeftijd] kan, afhankelijk van de soort, wel tot ruim 40 jaar oud worden, maar wordt gemiddeld 20 jaar oud
- [Beweging] verplaatst zich met een snelle, scherende vlucht
- [Gedrag] is een alleseter, maar eet wel voornamelijk vlees; broedt in grote, drukke kolonies
Rijk | Animalia; Dieren |
---|---|
Stam | Chordata; Gewervelden |
Klasse | Aves; Vogels |
Orde | Charadriiformes; Steltloperachtigen |
Familie | Laridae |
Algemene voorbeelden
Meeuwen zijn een alledaags verschijnsel in de stad. Het meeste in tal is de kokmeeuw. Stormmeeuwen en zilvermeeuwen zie je al iets minder, de kleine mantelmeeuw is – zeker in het winterhalfjaar – uitgesproken schaars. Alle andere meeuwensoorten zijn in de stad nog weer veel zeldzamer.
We drinken onze koffie [...] en we eten er spritsen bij die ik had meegenomen voor onderweg, maar waar we in de voorjaarszon op het kalme water van de Waddenzee niet aan toe waren gekomen, druk als we waren met het observeren van de luchtacrobatiek van de meeuwen.
We hebben een tijdje staan kijken naar een meeuw die een schelp probeerde open te krijgen door hem op het asfalt te laten vallen.
Ook de mosselkwekers bij Yerseke hebben een valkenier te hulp geroepen om de meeuwen van hun mosselbanken te verjagen.
Vooral meeuwen stortten zich al te graag op de zakjes met etensresten, zodat de straatkeerders voortdurend in de weer waren om de Zeedijk op te ruimen.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- cirkelen, scheren, zweven
De Storgrind was een straat aan de rand van de stad die uitkeek op norse basaltbergen waarboven spierwitte meeuwen cirkelden.
Op het strand scheerde een meeuw langs de palen met de kleurige herkenningstekens voor peuters: een aardbei, een paddestoel, een vlinder, een zeepaardje.
De eerste meeuwen scheerden al boven het afval in 'De Poel'.
Op het dek [...] is het zo warm dat we onze jassen uit kunnen doen [...]. Een donkerbruine rookpluim drijft over onze hoofden in de richting van het vasteland. Meeuwen zweven op bewegingloze vleugels met ons mee. Een kind krijgt van zijn moeder een stuk brood en houdt het met uitgestrekte arm aan de vogels voor. Een kolossale zilvermeeuw zwenkt dichterbij.
- krijsen
'Kawkawkaw!' krijsen de meeuwen. Met hun mesvormige snavel hakken zij in op de dode kraaien.
Buitengewoon verward krijsten de meeuwen en een vriendin vertelde dat haar meestal heel rustige hondje met de kop naar boven huilend onderaan de trap zat.
met substantief ervoor
- een zwerm meeuwen
Alsof 'n geheime code is uitgesproken, landt symetrisch een zwerm meeuwen op de door grove machines uitgebraakte graankorrels.
Af en toe scheerde een zwerm krijsende meeuwen, om ons te imponeren, laag over onze hoofden heen.
in voorzetselgroep
- gekrijs van meeuwen
Het gekrijs van meeuwen was al van ver te horen. Scholeksters vlogen uit de polders op en haastige snippen zigzagden laag over kaarsrechte kreken.
Nadat ze waren afgevaren, was het geronk van de motor nog ruim een kwartier lang zachtjes doorgedrongen tot in de stilte van het eiland. Het zou dus nog wel even duren voor ik terug kon. Ik begon weer gekrijs van meeuwen te horen.