stormmeeuw 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een stormmeeuw…
is een meeuw; is een vogel; is een dier
- [Afmeting] is 38 tot 44 cm lang
- [Kleur] heeft een witte kop, staart en onderzijde, een zilvergrijze rug en bovenzijde van de vleugels, een witte vlek in de zwarte punt van de vleugel, geelgroene poten en een groenachtige snavel
- [Deel] heeft een fijne en dunne snavel
- [Plaats] leeft meestal in kustgebied en 's winters ook wel meer landinwaarts in weilanden
- [Woongebied] komt, afhankelijk van de soort, voor in Europa, Azië of Noord-Amerika
- [Leeftijd] kan 24 jaar oud worden, maar wordt gemiddeld 10 jaar oud
- [Gelijkenis] lijkt op een zilvermeeuw
- [Onderscheid of tegenstelling] heeft, in tegenstelling tot de zilvermeeuw, een iets slankere en spitsere snavel, een rondere kop, geelgroene poten en is aanzienlijk kleiner
Wetenschappelijke naam: Larus canus
| Rijk | Animalia; Dieren |
|---|---|
| Stam | Chordata; Gewervelden |
| Klasse | Aves; Vogels |
| Orde | Charadriformes; Steltloperachtigen |
| Familie | Laridae; Meeuwen |
| Geslacht | Larus |
| Soort | Larus canus |
Algemene voorbeelden
De stormmeeuw is een middelgrote meeuw met erg lange vleugels die vooral in de winter in weilanden zeer talrijk is, maar ook in de stad voorkomt. De stormmeeuw broedt vaak in kolonies. Hij komt vooral in de kustprovincies voor.
De Stormmeeuw is een weinig opvallende meeuwensoort, die toch algemeen voorkomt. Hij heeft een – naar meeuwenbegrippen – fijne, dunne snavel. De vogel broedt in Nederland, maar is ook als wintergast vrij veel aanwezig. In parken zie je de Stormmeeuw nog wel eens 'trappelen' op het gras. Wormen denken dat er een mol aankomt en vluchten naar boven. En dat hadden ze beter niet kunnen doen.
Stormmeeuwen zijn kleiner dan zilvermeeuwen. Doordat ze zwarte kraaloogjes hebben, zien ze er daarnaast een stuk vriendelijker uit. Toch hebben ze dezelfde meeuwenstreken als andere meeuwensoorten. Ze krijsen net zo schel en eten net zo gevarieerd; van dode tot levende dieren en van vogeleieren tot wortels, zaden en bessen.
Combinatiemogelijkheden
met adjectief ervoor
- jonge stormmeeuwen
- de volwassen stormmeeuw
- volwassen stormmeeuwen
Storm- en grote mantelmeeuwen zijn in hun eerste winter ook bruin gevlekt. Jonge stormmeeuwen zijn duidelijk kleiner en hebben grijze schouders, grote mantelmeeuwen zijn veel groter dan kleine mantelmeeuw en zilvermeeuw.
Volwassen stormmeeuwen hebben in de zomermaanden een opvallend lichtgrijs bovenkleed met een witte kop en groengele snavel en poten, de staart is volledig wit [...]. In de winter krijgt de volwassen stormmeeuw een meer gevlekte kop en borsttekening.
in voorzetselgroep
- het geschreeuw van de stormmeeuwen
De geur van honing in thee, een kopje met blauwe bloemen erop en buiten voor het raam het geschreeuw van de stormmeeuwen die zich met brutale levensvreugde uit de hemel naar beneden stortten. Ze deed het raam open en volgde de schreeuwende troep met haar blik. De vogels vlogen naar zee, over Asperö en Köpstadsö.
met ander, nevengeschikt substantief
- stormmeeuwen en zilvermeeuwen
Meeuwen zijn een alledaags verschijnsel in de stad. Het meeste in tal is de kokmeeuw. Stormmeeuwen en zilvermeeuwen zie je al iets minder, de kleine mantelmeeuw is – zeker in het winterhalfjaar – uitgesproken schaars. Alle andere meeuwensoorten zijn in de stad nog weer veel zeldzamer.