onderpastoor


onderpastoor 1.0

(religie, mystiek en mythologie; (vooral) in België)

tweede pastoor, die de hoofdpastoor behulpzaam is in het waarnemen van zijn ambt; geestelijke die werkzaam is onder de pastoor van een parochie; kapelaan

Semagram (extra betekenisinformatie)


Een onderpastoor…

is een geestelijke; is een persoon

  • [Plaats] is verbonden aan een parochie
  • [Rang of hiërarchische positie] is de tweede pastoor
  • [Activiteit of handeling] is de hoofdpastoor behulpzaam in het waarnemen van zijn ambt; staat de pastoor bij in zijn werkzaamheden; helpt de pastoor
  • [Betrokkene] helpt de pastoor van een parochie

Hoofdsemagram: pastoor


Algemene voorbeelden


Toen kwam de onderpastoor, alleen, de deur uit. Hij droeg het zwarte burgerpak van de foto's in de kranten, maar de hoge witte boord en het zwarte hemd verraadde toch zijn priesterschap.

De lange geboorte, Lut Ureel,

"De mooiste tijd van een priester is de periode dat hij onderpastoor mag zijn", zegt Wilfried Verhaert. Niet te veel administratieve of financiële beslommeringen, weinig bestuurlijke taken ... "Ik was volledig vrij om zeer dicht bij de mensen te staan. Het mooiste wat ge als priester kunt doen. Het is onbetaalbaar wanneer ge voelt hoe de mensen u hun vertrouwen geven."

De Standaard,

In zijn goeie tijd ging hij twee keer te communie per dag. Om half zes in de mis van de onderpastoor en om negen uur, in de hoogmis.

Het verdriet van België, Hugo Claus,

Jezus heeft bestaan [...]. Maar is hij wel dat schijfje ouwel daar? Is het geen uitvinding? Louis liep, zoals altijd achter Byttebier, met gevouwen handen, het hoofd voorovergebogen naar het altaar [...]. Louis slofte verder, bad, stak zijn tong uit, bad en de Heer Jezus had medelijden met zijn dwaling en met de twijfel die elk van zijn christenkinderen overvalt [...]. Louis klappertandde. 'Vergeef mij, alstublieft!' 'Mond open,' siste de onderpastoor, die naast de pastoor stond.

Het verdriet van België, Hugo Claus,

Als kind had Vercruysse alles gelezen wat hem onder ogen kwam: "Alles wat mocht van de onderpastoor."

De Standaard,

De terugloop van het aantal priesters is geen fenomeen van nu. In oktober 1939 werd aan de parochianen meegedeeld dat de gelezen mis om halfnegen in de week werd afgeschaft omdat men maar twee onderpastoors meer had. Ook de biechtgelegenheid werd daardoor verminderd.

De Standaard,

Historici en canonisten onderscheiden vier wezenlijke, vrij evidente kenmerken die samen ook een definitie geven van wat een parochie nu juist is. 1. een vaste bidplaats, de kerk [...]. 2. met een vast territorium dat vrij nauwkeurig is afgelijnd [...]. 3. met vast personeel er aan verbonden: de parochiepriester, de pastoor (prochiepape, presbyter, curatus...), soms met een aantal helpers: koster, onderpastoors [...]. 4. een gemeenschap van gelovigen.

http://users.pandora.be/MarcBracke/DF2/2003-2004/Nacht%20van%20De%20geschiedenis/nacht_van_de_geschiedenis_2004_-_tekst_voordracht_Marc_Carnier_-_het_ontstaan_van_parochies.html,

Combinatiemogelijkheden


met voorzetselgroep


Voorzetsel: van

  • onderpastoor in

In 1980 werd hij benoemd tot onderpastoor in Heist-op-den-Berg.

De Standaard,

Een biezondere voorliefde, hoe kan het ook anders in West-Vlaanderen, gaat uit naar Guido Gezelle, van wie de Bethune enkele zeldzame publikaties bezit. De interesse voor de dichter werd in de hand gewerkt doordat de priester nauwe banden onderhield met de familie toen hij onderpastoor in Kortrijk was.

De Standaard,

  • onderpastoor van de parochie
  • onderpastoor van een parochie

De onderpastoor van de parochie waar ik als kind leefde, hield ooit een memorabele preek over de zin van het menselijke bestaan.

http://www.kadoc.kuleuven.ac.be/nl/onderzoek/cultuur_media.htm

Eerwaarde Heer Pérette was onderpastoor van de parochie waartoe de school behoorde.

Het verkeerde keelgat, Diane Broeckhoven,

Onderpastoor van de Sint-Eligius-parochie in de Antwerpse volkse Seefhoek.

De Standaard,

Theofiel DB (51), pastoor van de parochie Heiende in Lokeren en onderpastoor van de parochie Sint-Anna.

De Standaard,

in voorzetselgroep


  • (biechten) aan de onderpastoor

Geschokt riep Louis: 'Dat moet ge direct, vandaag nog biechten!' 'Maar ventje,' riep ze triomfantelijk, 'Ik heb dat al tien keer gebiecht aan de onderpastoor.'

Het verdriet van België, Hugo Claus,

met bezittelijk voornaamwoord


  • onze onderpastoor

Uit de kerk kwam Lange Sjarel met Sint-Laurentius op zijn schouder en diens kapotte rooster in zijn hand. Lange Sjarel, onze onderpastoor, was een reus. Hij liep met zijn vracht naar de bestelwagen van Schilder- en behangerswerken Meylemans die op het kerkplein stond geparkeerd.

Een lichtgevoelige jongen, Walter van den Broeck,

Mag ik ondertussen wat in je kerkboek lezen? vroeg ik. Dat is geen kerkboek, merkte ze op, dat is een bijbel die onze onderpastoor hier vergeten is. Hij durft hem niet terug te halen.

De wekker, André Janssens,

'Is dat alles wat je te vertellen hebt,' zei de onderpastoor korzelig [...]. 'Schrijf 200 keer: ik zal mijn biechtvader niet lastig vallen met mijn prietpraat.' Toen hij al een aantal vellen klaar had, keek zuster Adam over zijn schouder en zei: 'Hij is modern, onze onderpastoor, modern.'

Het verdriet van België, Hugo Claus,

Woordfamilie


Als deel van een afleiding