praatje 1.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een praatje…
is een gesprek
- [Toestand algemeen] is informeel
- [Onstoffelijke inhoud] gaat over uiteenlopende zaken, die over het algemeen onbelangrijk zijn
Algemene voorbeelden
Een vrouw heeft kanker en ligt ziek thuis. De praatjes en het weer is het enige dat ze nog heeft.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een praatje aanknopen met (iemand)
Terwijl Suze erover nadacht of zij een praatje zou aanknopen met de schoolkinderen, zat de meester drie uur lang in zijn auto.
- een praatje beginnen met (iemand)
Ze begint een praatje met de kaasvrouw en vraagt naar een recept.
- een praatje maken met (iemand)
Hij begrijpt best dat de verzorgsters nu geen tijd meer hebben om even een praatje te komen maken.
Maak gerust een praatje, men is van harte bereid u te woord te staan.
- een praatje slaan met (iemand)
Af en aan lopen en een praatje slaan met kennissen en buren was trouwens de hele avond de favoriete bezigheid van het publiek, tot Boudewijn de Groot op kwam.
Als ik al mensen ontmoette die een praatje wilden slaan, dan waren het supporters.
met adjectief ervoor
- een gemoedelijk praatje
Het publiek heeft zijn plaatsje uitgekozen en slaat in afwachting van de voorstelling een gemoedelijk praatje met elkaar tot we plots brutaal de mond worden gesnoerd door een luid opklinkende knal.
- een gezellig praatje
Maar het is ook heel aangenaam een gezellig praatje te maken met de plaatselijke bevolking.
- een kort praatje
Altijd als hij op weg naar school langs de Oosterbegraafplaats fietste, maakte hij een kort praatje met zijn vader.
- losse praatjes
Geen losse praatjes met zo'n gezelschap, maar serieuze discussies.
- een oppervlakkig praatje
Ach, ze hadden een fles wijn gekraakt bij het eten, ze hadden gelachen om hun sympathieke gast, hij had wat romantische melodietjes uit de nooit bespeelde piano getoverd, ze hadden oppervlakkige praatjes over koetjes en kalfjes gevoerd.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: bij
- een praatje bij de koffie
Een praatje bij de koffie kan er niet af, er moet productie gedraaid worden.
Voorzetsel: met
- een praatje met iemand
Om een uur of halfelf maakte hij een praatje met de nachtportier.
Zij doen boodschappen voor bewoners die slecht ter been zijn [...], helpen met handwerken, maken een praatje met eenzame bewoners.
In het café, waar niets te beleven is dan een praatje met de eigenares over winterschotels.
Ze kon er dan natuurlijk niet direct over beginnen, maar bij het eerstvolgende ontbijt maakte ze wel een praatje met de Hongaar.
Voorzetsel: op
- een praatje op straat
- een praatje op het strand
Ik maak wel eens een praatje op het strand met die patiënt van jou.
Hadden we elkaar daar op het Bommeer niet getroffen, dan waren we nooit verder gekomen dan een terloops praatje op straat.
Voorzetsel: over
- een praatje over de heg
Soms hadden we even een kort praatje over de heg.
- een praatje over het weekeinde
- een praatje over het weer
- een praatje over koetjes en kalfjes
Winkelen in Ruinerwold is een sociaal gebeuren. Even een praatje over het weer, het laatste nieuws uitwisselen, vragen naar de gezondheid van een familielid.
Op spijbelopvangschool 't Dak voor 25 voortijdig schoolverlaters begint de maandag niet met wiskunde of een overhoring Frans, maar met een kop koffie, een shaggie en een praatje over het weekeinde.
Ze hadden oppervlakkige praatjes over koetjes en kalfjes gevoerd.
Voorzetsel: voor
- een praatje voor het raam
We komen niet bij mekaar over de vloer, maar het is een dotje, ze zwaait altijd of maakt een praatje voor het raam.
in voorzetselgroep
- zin hebben in een praatje
Ze had zin in een praatje en waarover praat je liever dan over zo'n klein ding, nietwaar?
- verlegen zitten om een praatje
Tom accepteerde de sigaret en gaf de jonge agent, die duidelijk om een praatje verlegen zat, vuur.
- binnenlopen voor een praatje
- binnenvallen voor een praatje
- langskomen voor een praatje
De buurvrouwen vallen vaak binnen voor een praatje.
Medewerkers kunnen [...] gewoon eens langskomen voor een praatje.
Een vriend van mij, die bij een verzekeringsmaatschappij aan het Kipdorp werkte, liep voor een praatje de winkel binnen.
- tijd voor een praatje
Tijd voor een praatje heeft hij niet, want het werk gaat voor.
met ander, nevengeschikt substantief
- koffie en een praatje
- een kopje koffie en een praatje
Iedere maandagmorgen kunnen senioren hier terecht voor koffie en een praatje.
Ik denk aan een bezoekje over en weer, onder het genot van een kopje koffie en een praatje.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
praatje 2.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een praatje…
is een bewering
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] berust niet volledig op de waarheid
- [Onstoffelijke inhoud] bevat onjuiste informatie, die iets slechter of lelijker voorstelt dan deze in werkelijkheid is
- [Waardering] wordt niet gewaardeerd
Algemene voorbeelden
Toen de praatjes regelrechte beschuldigingen werden, had ik de stad kunnen verlaten.
Combinatiemogelijkheden
als subject bij een werkwoord
- de ronde doen
Hij stoorde zich trouwens niet aan de praatjes die over moeder en hem de ronde deden.
- in de wereld komen
Zie je, zo komen de praatjes in de wereld, als ik zo'n losse gedachte tegen iemand zou uitspreken, ging het spoedig als definitief rond.
als object bij een werkwoord
- praatjes geven
Het hek dat niet open wilde, lichten die 's nachts spontaan in de knipperstand schoten of gordijnen die overdag dichtzoefden, zodra iemand aanbelde. Je begrijpt, dat gaf praatjes in de buurt.
- praatjes rondstrooien
Zulke praatjes heeft niemand nog ooit over mij rondgestrooid.
- praatjes tegenspreken
Maupassant [...] sprak deze praatjes niet tegen, ten eerste omdat hij een hekel had aan zijn echte (?) vader, Gustave de Maupassant, en ten tweede omdat het gerucht natuurlijk zijn literaire prestige verhoogde.
- praatjes verspreiden
Ook in andere landen worden praatjes verspreid over verwilderde fretten.
- praatjes voorkomen
'We hebben juist een openbare verkoop gehouden omdat we praatjes wilden voorkomen', aldus lichtte dijkgraaf Harm Jager de transactie toe.
met koppelwerkwoord
- een praatje zijn
Enerzijds kon de beschuldiging van Hadewych best wel een praatje zijn, anderzijds moest het consistorie waakzaam blijven.
met adjectief ervoor
- afschuwelijke praatjes
Al die afschuwelijke praatjes over Surinamers die ik altijd tegenspreek als ik ze hoor.
- giftige praatjes
Je hebt mijn zoons geest vernield en hem met giftige praatjes tegen mij opgezet.
- rancuneuze praatjes
't Kan ook wezen dat Klein staatssecretaris is geworden omdat een staatssecretaris nog meer verdient dan een professor,' meende Spijskaart, wel de meest vraatzuchtige kankeraar die daar zat. Van zijn rancuneuze praatjes werd gelukkig slechts zijdelings notitie genomen.
- vreemde praatjes
Bovendien deden er vreemde praatjes de ronde over hoe zij Simon gestrikt zou hebben en hoe lelijk ze hem de laatste maanden tijdens zijn ziekte behandeld zou hebben.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: over
- een praatje over iemand
Het was niet zozeer dat ik uitzag naar het samenzijn met mijn moeder, die me recentelijk de stuipen op het lijf had gejaagd met haar gezeur over carrière maken en haar praatjes over Thea, maar ik wist dat ik even weg moest uit St. Louis, al was het maar voor een dag, om afstand te kunnen nemen van wat twee heel enerverende weken waren geweest.
Kerstmis e.d. haat ik alleen vanwege de (goed bedoelde) uitnodigingen van familie, vrienden en buren, om dingen te komen eten die ik niet lust en te luisteren naar praatjes over mensen die er niet bij zijn.
Voorzetsel: van
- een praatje van (iemand)
Hij had Endymion de Spoker nooit gekend en aan de praatjes van Heva had hij nooit geloof gehecht.
Lakens waartussen flink gevreeën is, als je de praatjes van die vrouwen geloven mag.
Dat ze nu in Milaan bij een of andere couturier zit, zijn praatjes van haar moeder.
in voorzetselgroep
- geloof hechten aan praatjes
Hij had Endymion de Spoker nooit gekend en aan de praatjes van Heva had hij nooit geloof gehecht.
- naar praatjes luisteren
Delaruelle had tijd noch zin om naar praatjes te luisteren.
met telwoord ervoor
- veel praatjes
Over Irma deden in die tijd veel praatjes de ronde.
met aanwijzend voornaamwoord
- dergelijke praatjes
Mensen strooien nu eenmaal graag geruchten rond, hoe kun je die verzinsels geloven? [...]. Dergelijke praatjes hebben effect op sommigen, op anderen helemaal niet.
- zulke praatjes
Zulke praatjes heeft niemand nog ooit over mij rondgestrooid.
met ander, nevengeschikt substantief
- praatjes en roddels
In de voetbalwereld ga je niet af op praatjes en roddels, maar op concrete feiten.
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
praatje 3.0
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een praatje…
is een bewering
- [Onstoffelijke inhoud] bevat onjuiste informatie, die iets beter of mooier voorstelt dan deze in werkelijkheid is; bevat onzinnige informatie; is flauwekul
- [Waardering] wordt niet gewaardeerd
Algemene voorbeelden
Zjoeganov viel uiteindelijk af omdat (aldus Limonov) zijn princiepen van rubber zijn en hij een valse kommunist is met zijn praatjes dat investeringen van westerse kapitalisten welkom blijven.
Kinderen die niet meer willen accepteren dat ik ze niet elke avond met een praatje in bed kan leggen.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- praatjes hebben
- praatjes voor twee, tien hebben
Ze toont David haar mobiele telefoon, stoere toon, ze heeft alweer praatjes voor twee.
Een wereld vooral van een verlegen man die kon luisteren als geen ander, maar die praatjes had voor tien als het moment van schrijven nakend was.
- praatjes krijgen
Hij krijgt praatjes. Hij roept opeens tegen een van die grote jongens, soms zonder duidelijke aanleiding: 'En weet je wat jij bent? Je bent zo dik als een moeder met een baby in d'r buik!'
- praatjes verkopen
Je vindt me gewoon een vieze oude man die geen praatjes moet verkopen.
- praatjes vertellen
'Het probleem is', begon Ikke, terwijl hij zijn aansteker uitknipte en in zijn zak stak, maar de Satraap onderbrak hem ongeduldig: 'Vertelt u geen praatjes, meneer.'
met adjectief ervoor
- flauwe praatjes
De Londense politie niet in actie te brengen zijnde hadden zij zich vervolgens gewend tot David Steel, doch als gij deze figuur wel eens hebt ontmoet zal het U niet verbazen dat deze liberale leider (sic!) slechts enige flauwe praatjes te verkopen had.
- gladde praatjes
Ondanks de gladde praatjes van de rechercheurs waren de beide agenten weinig mededeelzaam.
- holle praatjes
Het zijn de holle praatjes van een cultuurbolsjewiek en de juffrouw van de naailes, in één persoon verenigd.
- kleffe praatjes
Geen kleffe praatjes maar oprechte complimentjes.
- loze praatjes
Terwijl hij geprobeerd had zijn zoon tot een waardig erfgenaam van Enghuizen op te voeden, had dat bezinksel uit de moerassen zijn jongen gek gemaakt met loze praatjes over poëzie en filosofie.
- malle praatjes
Charlatan, een kwakzalver [...] die met allerlei malle praatjes en snoeverijen het gewone volk op de markt zijn zalf aansmeert, waarmee hij zogenaamd allerlei kwalen genezen kan, maar dat pakt meestal slecht uit.
- mooie praatjes
Al die mooie praatjes dat de buurt er voordeel van zou hebben. Voorlopig hadden ze een bron van onrust in huis gehaald.
- smerige praatjes
'Hou je nou nog eens op met je smerige praatjes die iedereen allang heeft gehoord!'
- snelle praatjes
De slachtoffers blijken niet opgewassen tegen die snelle praatjes van gladde verkopers en uit een Amerikaans onderzoek blijkt zelfs dat sommigen zich tot zesmaal toe op dezelfde manier in de luren laten leggen.
- stoere praatjes
Hij wil wel meedoen met alle stoere praatjes en spelletjes, maar kan het niet.
- vlotte praatjes
Wil ik verslaggever blijven, zo houd ik mij voor, dan zal ik er toch voor moeten zorgen een aantal vlotte praatjes bij de hand te hebben om het ijs te breken.
- zoete praatjes
Als reactie zullen de kerken de eerste dagen hun deuren 's nachts openen; later worden ze weer gesloten zodra de bisschop eenmaal zijn zoete praatjes heeft rondgestrooid.
met adjectivisch voltooid deelwoord
- een gelikt praatje
De nieuwe politicus heeft prognoses om te zien wat de kiezersmarkt wil, en past zijn gelikte praatje daarbij aan.
- gewiekste praatjes
Er vallen ongemakkelijke stiltes tussen de gelieven in spe die dwangmatig worden gevuld met gewiekste praatjes voor de vaak.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: van
- praatjes van (personen)
Dat de financiële markt tegenwoordig weinig boodschap meer heeft aan de praatjes van politici en centrale bankiers, werd deze week nog maar eens bewezen.
Ga nooit alléén af op de praatjes van snelle verkopers of aanprijzingen uit een mooi foldertje, maar laat je goed informeren door een deskundige.
met telwoord ervoor
- meer praatjes
'Door al dat gelees,' zei ze, 'krijg je nog meer praatjes; je kletst en tatert mij nu al de oren van het hoofd.'
- veel praatjes
Silas verloste LeBron en zijn teamgenoten van guard Ricky Davis die nogal veel praatjes had en voor teveel afleiding zorgde in de kleedkamer en tijdens trainingen.
Vaste verbindingen
een praatje voor de vaak
-
een bewering die iets beter of mooier voorstelt dan het in werkelijkheid is; een smoes
Synoniem: smoes
Misschien is het maar een praatje voor de vaak om de bevolking te paaien.
Zo heeft iedere bons bij de Vara een arsenaal met praatjes voor de vaak klaarliggen voor mensen die onverhoopt langskomen met ideeën.
Er vallen ongemakkelijke stiltes tussen de gelieven in spe die dwangmatig worden gevuld met gewiekste praatjes voor de vaak.
zonder praatjes
-
niet opdringerig; bescheiden
Synoniem: bescheiden
Gerda was gewoon een ontzettend lief, tof mens zonder praatjes en Gerda bleef.
Spreekwoorden
Woordfamilie
Als rechterlid in samenstellingen en samenkoppelingen
Als linkerlid in samenstellingen en samenkoppelingen
praatje 4.0
(informeel)
Semagram (extra betekenisinformatie)
Een praatje…
is een presentatie; is een tekst
- [Eigenschap of hoedanigheid algemeen] heeft vaak een meer informeel karakter
Algemene voorbeelden
In dit praatje wil ik ingaan op wat computermodellen ons kunnen leren over (de verwerving van) klemtoonsystemen.
Jos presenteerde 'zijn' boeken en hield daar een praatje bij.
Het scherm gaat na een halfuur op, het praatje is afgelopen, Jacq trekt zich terug en de journalisten stappen in de bus.
Combinatiemogelijkheden
als object bij een werkwoord
- een praatje doen
De mensen die speelgoed komen ontlenen kan men aanspreken, een praatje doen over de vereniging, mensen warm maken.
- een praatje houden
Jacques hield daar een zeer warm grappig praatje. Dat was een eis die mijn moeder hem en de andere sprekers had gesteld, want zij wilde berustende vrolijkheid en geen gelamenteerde elegieën.
'Ze willen dat we allemaal een praatje van tien minuten over ons onderzoek houden,' zei Frits.
Toen zij hoorde dat ik een praatje zou houden over IVF zei ze oprecht verbaasd: "IVF? Hebben ze het daar dan nog steeds over?"
met adjectief ervoor
- een officieel praatje
Tijdens het officiële praatje door Van Olst passeert een groot aantal sponsoren de revue.
met adjectivisch tegenwoordig deelwoord
- een inleidend praatje
Burgemeester drs. G.J.M. Cox hield het bekende inleidende praatje en vanuit de zaal kwamen vragen over de plaats van het gemeentehuis, het aantal ambtenaren en de leefbaarheid van de kleine kernen.
- inspirerende praatjes
Gunther Schuller verluchtte het concert, dat hij ook dirigeerde, met leerzame, inspirerende praatjes.
met voorzetselgroep
Voorzetsel: over
- een praatje over (iets)
Na een inleidend praatje over de verwerking van melk en melkprodukten kregen de dames twee bekertjes melk om te proeven.
De heer Van de Berg hield eerst een praatje over haarverzorging.
De heer Werners hield een praatje over zijn werk als hoofdvertegenwoordiger van sperma voor koeien bij Pon.
Voorzetsel: van
- een praatje van (iemand)
Vanavond wordt het volksfeest officieel geopend door burgemeester Gerrit Hensens, daarbij voorafgegaan door een praatje van volksfeest-voorzitter Rijnsburger.
Die bewering werd [...] ongenadig onderuit geschoffeld in het volgende praatje van Hans Galjaard.
Voorzetsel: voor
- een praatje voor de radio
Zijn praatjes voor de radio ontaardden in een scheldpartij tegen politieke rivalen.
in voorzetselgroep
- met een praatje inleiden
Hij leidde met een praatje de diverse nummers in.
overig
- een praatje vooraf
Hoe Kemperman in zijn praatje vooraf ook zijn best had gedaan het publiek ervan te overtuigen dat het plan 'duidelijk en uitvoerbaar' is, uit de woorden van de diverse sprekers klonk hierover louter ongeloof door.
met ander, nevengeschikt substantief
- dia's en een praatje
De heer Kampherbeek leidde de aanwezigen door middel van dia's en een praatje door het doolhof van de nieuwe of vernieuwde verkeersregels die al van kracht zijn of nog worden.
- een lezing of praatje
- lezingen en praatjes
De bundel lezingen en praatjes die Bourdieu de afgelopen jaren in Amerika, Japan, Berlijn en Amsterdam hield, en die hij nu aanprijst als raisons pratiques lijkt echter een bredere strekking te hebben.
Toch kon ik André niet teleurstellen toen hij op een ochtend bij mij kwam met het verzoek of ik in zijn plaats een lezing of praatje over astrologie zou willen houden bij zijn vrienden in Amsterdam.
Vaste verbindingen
een praatje bij een plaatje
-
een presentatie met (gesproken) tekst en beeldmateriaal
In vergelijking met series als die van David Attenborough, die altijd een thematische aanpak heeft waardoor de gesproken tekst samenhang heeft, is Regenwouden van India meer van het type "een praatje bij een plaatje".
Fel veroordeelt hij populaire lezingen 'een praatje bij een plaatje' en het gebrek aan inzet van volksuniversiteiten om de arbeiders aan zich te binden.